In de Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting vinden een aantal technische wijzigingen plaats met betrekking tot de intracommunautaire afstandsverkopen van goederen.
Het gaat daarbij vooral om de leveringen van goederen waarbij de leverancier in een EU-lidstaat de verzending of het vervoer een particuliere afnemer in een andere lidstaat verzorgt of regelt. De volgende wijzigingen treden op 1 juli 2021 in werking:
- Hoofdstuk 1A van de Uitv.besch. (verkopen op afstand) komt te vervallen.
- Er wordt een nieuw art. 29e ingevoegd. Hierin is in het eerste lid bepaald dat de melding die de ondernemer doet voor toepassing van de regeling van art. 5a lid 1 onderdeel a (intracommunautaire afstandsverkopen van goederen), onderscheidenlijk art. 6h (telecommunicatiediensten, radio- en televisiediensten en elektronische diensten) Wet OB 1968 tot gevolg heeft dat deze regeling voor hem ingaat op de eerste dag van het op de melding volgende kalenderkwartaal. Als de ondernemer de regeling al eerder wil laten ingaan dan de eerste dag van het eerstvolgende kalenderkwartaal, kan de regeling toepassing vinden met ingang van de datum waarop de eerste handeling wordt verricht waarop de ondernemer de nieuwe regeling wil toepassen. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat de ondernemer de melding bij de inspecteur doet uiterlijk op de tiende dag van de kalendermaand, volgende op die eerste handeling (tweede lid).
- Art. 33 lid 3 wordt aangepast. In art. 33 Uitv.besch. OB 1968 zijn ter uitvoering van art. 35a lid 6 Wet OB 1968 een aantal ontheffingen of afwijkingen met betrekking tot de facturering opgenomen. Daarbij is in art. 33 lid 3 is bepaald dat geen afwijkingen zijn toegestaan voor leveringen als bedoeld in art. 5a Wet OB 1968. Ingevolge de wijziging van laatstgenoemde bepaling door de Wet implementatie richtlijnen elektronische handel past de wetgever die verwijzing aan. Daarbij houdt hij rekening met de wijziging van art. 34c lid 1 onderdeel b Wet OB 1968. Die wijziging houdt in dat ondernemers door de recente wetswijziging niet meer verplicht zijn in alle gevallen ervoor te zorgen dat een factuur wordt uitgereikt voor intracommunautaire afstandsverkopen van goederen, maar alleen in die gevallen waarbij de ondernemer die de levering verricht ervoor heeft gekozen de Unieregeling, bedoeld in Hoofdstuk V, afdeling 6, paragraaf 3 van de Wet OB 1968, niet toe te passen. In de nieuwe situatie kunnen de in art. 33 Uitv.besch. OB 1968 opgenomen ontheffingen dus ook gelden voor leveringen bij intracommunautaire afstandsverkopen van goederen als de ondernemer die de goederen levert, gebruik maakt van de Unieregeling.
Beschikking: art. 2a, 2b en 33, derde lid Uitv.besch. OB
Geef een reactie