De staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw beleidsstandpunt bekend gemaakt over de tijdigheid van een verzoek om een voorlopige aanslag of een aangifte. Dit in verband met belastingschulden en box 3.
Met uitzondering van erfbelastingschulden zijn belastingschulden geen schulden in box 3. Er geldt echter een goedkeuring voor de situatie dat niet tijdig een (nadere) voorlopige aanslag is opgelegd, terwijl wel tijdig daartoe een verzoek is gedaan. In dat geval mag het bedrag dat binnen de betalingstermijn is betaald in mindering komen op de bezittingen in box 3.
Met ingang van het belastingjaar 2013 wordt hierbij onder tijdig verstaan:
a. Een schriftelijk of digitaal verzoek om een (nadere) voorlopige aanslag dat 8 weken voor het einde van het kalenderjaar is ingediend.
b. Een aangifte die 13 weken voor het einde van het kalenderjaar is ingediend.
Voor de belastingjaren 2012 en eerder wordt in dit kader onder tijdig verstaan: een schriftelijk verzoek om een (nadere) voorlopige aanslag of een aangifte die vóór 1 oktober is ingediend.
Meer informatie: ministerie van Financiën, besluit van 3 september 2013,nr. BLKB2013/662M
Geef een reactie