Als een aansprakelijkheidsschuld voortvloeit uit een dienstbetrekking vormt dit negatief loon van de bestuurder. De bestuurder kan deze schuld pas aftrekken op het moment dat deze vorderbaar en inbaar is. Dat sprake is van een uitstel van betaling is niet van belang.
De Belastingdienst kan een bestuurder aansprakelijk stellen voor onbetaald gebleven belastingschulden van een vennootschap. Zie in dit kader ook het bericht 'Melding voorkomt aansprakelijkheid niet bij opzettelijk onjuiste aangifte'. Wordt de bestuurder aansprakelijk gesteld, dan moet hij de aansprakelijkheidsschuld in zijn aangifte opgeven. De kwalificatie van deze schuld blijkt niet altijd duidelijk te zijn. Daarnaast is het ook de vraag wanneer de bestuurder deze schuld kan aftrekken. Rechtbank Den Haag heeft opheldering hierin gebracht. In deze zaak stond het volgens de rechtbank vast dat de bestuurder in zijn hoedanigheid van bestuurder aansprakelijk werd gesteld. Aangezien de werkzaamheden als bestuurder in dienstbetrekking werden verricht bracht dit met zich dat de aansprakelijkheidsschuld van € 100.000 als negatief belastbaar loon moest kwalificeren. De kwalificatie van negatieve inkomsten uit resultaat uit overige werkzaamheden vond geen steun in het recht, zo stelde de rechtbank. Ook maakte de rechtbank duidelijk dat deze schuld volgens het kasstelsel pas aftrekbaar was op het moment van betaling. Aangezien de fiscus (vrijwillig) uitstel van betaling had verleend, was de schuld volgens de rechtbank echter niet inbaar. De bestuurder had daarom geen recht op aftrek.
Wet: artikel 3.81 en artikel 3.146 Wet IB 2001, artikel 10 Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 5 april 2012 (gepubliceerd 25 april 2012), LJN: BW3967
Geef een reactie