Een onderneming kan door problemen met een nieuwe administratiesoftware inzicht verliezen in de behaalde omzet en daardoor in de financiële problemen komen. Als die onderneming hierdoor haar belastingschulden niet of niet op tijd kan voldoen, kan de ontvanger van de Belastingdienst de bestuurder van die onderneming hiervoor aansprakelijk stellen.
De ontvanger kan de bestuurder van een bv, ondanks de melding van betalingsonmacht, aansprakelijk stellen voor onbetaald gebleven belastingschulden van een bv. Het ligt dan op de weg van de ontvanger om te bewijzen dat er sprake is van ‘kennelijk onbehoorlijk bestuur’ in de drie jaren voorafgaande aan het tijdstip van melding. Een bestuurder die de bv zonder toestemming van de ontvanger btw-aangifte naar geschatte bedragen laat doen en bedragen betaald aan gelieerde vennootschappen, zonder dat daar een schriftelijke overeenkomst aan ten grondslag lag, gedraagt zich roekeloos. Hij brengt de bv daarmee in een positie dat zij haar belastingschulden niet meer kan voldoen. De fiscus mag die bestuurder hoofdelijk aansprakelijk stellen voor de omzetbelastingschulden van de bv. Dat de betalingsproblemen na overstap op een nieuw administratiesoftware waren ontstaan, was volgens de rechter in dit geval niet van belang.
Wet: artikel 36 Invorderingswet 1990
Meer informatie: Gerechtshof Leeuwarden, 5 maart 2013 (gepubliceerd 7 maart 2013), LJN: BZ3492
Geef een reactie