
Staatssecretaris Van Oostenbruggen heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over zijn besluit om een massaalbezwaarprocedure in te stellen voor de belastingrente vennootschapsbelasting.
Dit besluit volgt op een uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 7 november 2024, die het rentepercentage voor de vennootschapsbelasting in het Besluit belasting- en invorderingsrente (Besluit BIR) onverbindend heeft verklaard. De rechtbank oordeelde dat de bepaling van het Besluit BIR in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, omdat de regelgever bij de afweging van de betrokken belangen niet in redelijkheid tot de bepaling had kunnen komen. Tegen deze uitspraak heeft de staatssecretaris op 18 december 2024 sprongcassatie ingesteld. Het is nog onduidelijk wanneer de Hoge Raad arrest zal wijzen.
Veel bezwaarschriften
Naar aanleiding van de uitspraak hebben veel belanghebbenden bezwaar gemaakt tegen de belastingrente voor vennootschapsbelasting. De Belastingdienst heeft niet de capaciteit om deze bezwaarschriften op de gebruikelijke wijze tijdig te behandelen. Omdat de bezwaarschriften dezelfde rechtsvragen bevatten, is besloten tot een aanwijzing massaal bezwaar. Dit is in het maatschappelijk belang, omdat de rechtsvragen snel beantwoord moeten worden en de afhandeling efficiënt en effectief moet zijn. Het voornemen tot de aanwijzing is besproken met belastingadviseurs.
De massaalbezwaarprocedure schort de wettelijke termijn voor het beslissen op de bezwaarschriften op. De Belastingdienst selecteert één of meer proefprocedures om de rechtsvragen te beantwoorden, waarvan de uitkomst geldt voor alle bezwaren onder het massaal bezwaar. De lopende cassatieprocedure geldt als proefprocedure. Na definitieve beantwoording van de rechtsvragen volgt een collectieve uitspraak, wat de uitvoeringslasten beperkt. Belanghebbenden profiteren van een massaalbezwaarprocedure, omdat zij eenvoudig kunnen meeliften op een gunstige uitkomst. Als de Hoge Raad de Belastingdienst in het ongelijk stelt, worden de beschikkingen belastingrente verminderd. De financiële consequenties worden na de uitspraak in kaart gebracht. Er wordt overlegd met belastingadviseurs om het aanhaken bij de massaalbezwaarprocedure te vereenvoudigen, bijvoorbeeld door een standaard bezwaarschrift beschikbaar te stellen. De aanwijzing geldt alleen voor bezwaren die de geformuleerde rechtsvragen betreffen. Bezwaren die ook de onderliggende belastingaanslag betreffen, worden gesplitst en individueel behandeld.
De uitkomst van de cassatieprocedure is van belang voor de beantwoording van de rechtsvragen. Deze procedure ziet op belastingrente over de periode 1 juli 2022 tot 26 augustus 2023. De wijziging van de systematiek per 1 januari 2024 leidt volgens de staatssecretaris niet tot andere rechtsvragen, maar het arrest kan mogelijk niet toepasbaar zijn op de situatie vanaf 1 januari 2024. In dat geval kan een tweede proefprocedure worden geselecteerd en twee collectieve uitspraken worden gedaan. De aanwijzing geldt ook voor bezwaren tegen belastingrente op basis van dezelfde bepaling van het Besluit BIR voor andere middelen, om te voorkomen dat belanghebbenden individueel moeten procederen. Voor belastingmiddelen met een ander belastingrentepercentage geldt de aanwijzing niet.
Bron: Aanwijzing massaal bezwaar belastingrentevennootschapsbelasting, nr. 2025-0000037248, Ministerie van Financien, 17 februari 2025.
Geef een reactie