Uitgaven voor het volgen van een studie met het oog op het verwerven van arbeidsinkomen zijn binnen bepaalde grenzen aftrekbaar als scholingsuitgaven. De uitgaven voor literatuur zijn aftrekbaar als scholingskosten mits de opleidingsinstelling deze literatuur verplicht heeft gesteld.
Een man had in zijn aangifte inkomstenbelasting de scholingsuitgaven van zijn partner vermeld en afgetrokken. Deze scholingsuitgaven omvatten onder meer € 5.592 aan abonnementsgelden voor vakbladen. De partner van de man volgde de opleiding B Sociaaljuridische Dienst VT, maar het opleidingsinstituut had de vakbladen niet voorgeschreven. De Belastingdienst weigerde de aftrek van de niet-voorgeschreven literatuur. De man stapte naar de belastingrechter. Voor Hof Den Haag bepleitte hij dat de kosten voor de literatuur wel aftrekbaar waren. Een professor had namelijk aan de studenten het advies gegeven de desbetreffende vakbladen te gebruiken. Zo konden zij zich voorbereiden op de nadere bestudering van het burgerlijk en strafrecht. Maar het hof wees de man erop dat de wet een duidelijke grens stelt aan de uitgaven die kwalificeren als scholingskosten. Literatuur moet echt een verplicht gesteld leermiddel zijn om te leiden tot aftrek. Nu niet was voldaan aan deze voorwaarde, had de fiscus de aftrek terecht geweigerd.
Meer informatie: Hof Den Haag 21 november 2017 (gepubliceerd 29 november 2017), ECLI:NL:GHDHA:2017:3374
Geef een reactie