Bij moeizame ontslagprocedures wil de ontslagen werknemer nog wel eens een bedrag ontvangen waarmee de werkgever zijn resterende verplichtingen afkoopt. Zeker als het om een hoog bedrag gaat, moet de werkgever zich realiseren dat (in ieder geval een deel van) de afkoopsom belast loon vormt. Houdt de werkgever niets in, dan riskeert hij een naheffingsaanslag en boete.
Een B.V. die in paarden handelde was in beroep gegaan tegen diverse naheffingsaanslagen inclusief boeten. Omdat de loonadministratie van de B.V. ernstige gebreken vertoonde had zij niet voldaan aan haar administratieplicht, zodat zij de bewijslast droeg. Een van de gebreken was dat de paardenhandelaar niets had ingehouden op een afkoopsom van € 100.000 die was uitbetaald aan een ontslagen werknemer. Rechtbank Arnhem vond dat de werkgever had moeten weten dat inhouding had moeten plaatsvinden. De B.V. stelde wel dat zij het voornemen had om de loonheffing te verhalen op de voormalige werknemer, maar kon dit niet aannemelijk maken. Vervolgens stelde de B.V. dat de boeten onterecht waren opgelegd, omdat zij voor het voeren van de loonadministratie en de fiscale begeleiding met betrekking tot de afkoopsom gebruik had gemaakt van de diensten van een belastingadviseur. Maar deze stelling mocht niet baten, omdat de paardenhandelaar niets had aangevoerd over de reikwijdte van de opdracht die deze adviseur had gekregen. De werkgever zei evenmin iets over de inhoud van de adviezen die de adviseur zou hebben gegeven. De rechter vond het aannemelijk dat de B.V. zelf verantwoordelijk was voor de gebreken in de administratie. Vanwege de lange duur van de beroepsprocedure was een vermindering van de boete wel aan de orde, maar in beginsel was hij terecht opgelegd.
Wet: artikelen 10, eerste lid en 26b Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Arnhem 24 maart 2009 (gepubliceerd 6 juni 2017), ECLI:NL:RBARN:2009:3628
Geef een reactie