Als binnen een fiscale eenheid voor de vennootschapsbelasting een juridische fusie plaatsvindt, zal de verkrijgende vennootschap moeten afschrijven over de goodwill. Dit kan leiden tot een verlaging de winst die is te verrekenen met een voorvoegingsverlies.
Een holding vormde per 24 december 2009 met een paar van haar dochtermaatschappijen een fiscale eenheid (FE) voor de vennootschapsbelasting. In 2010 leed de holding een verlies van € 2.102.550. Op 19 december 2014 vond een uitbreiding van de FE plaats met de overige dochtermaatschappijen, waaronder een winstgevende bv. De holding richtte op 3 februari 2015 een nieuwe vennootschap op, die meteen tot de FE ging behoren. Vervolgens ging de winstgevende bv op 23 maart 2015 in het kader van een juridische fusie op in de nieuwe vennootschap. De holding verzocht om de FE ten aanzien van de verdwenen bv niet te verbreken. Daarnaast wilde zij de winsten van de FE over 2015 (€ 614.426) en 2016 (€ 625.746) verrekenen met het voorvoegingsverlies van € 2.102.550. De winst over 2015 bestond volledig uit winsten die de nieuwe vennootschap had behaald met de onderneming van de verdwenen bv.
Correctie voor afschrijving goodwill
De Belastingdienst verrekende wel een verlies uit 2014 met een winst uit 2015, maar accepteerde geen verrekening van het verlies uit 2010. De FE ging daartegen in bezwaar en beroep. Rechtbank Gelderland verklaarde het beroep van de FE gegrond. Zie NTFR 2021/2978 en ‘Fusie binnen FE Vpb geen fraus legis’. Hof Arnhem-Leeuwarden komt tot een gedeeltelijke vernietiging van de uitspraak van de rechtbank. In verband met de winstsplitsing binnen de FE moet de nieuwe vennootschap in tien jaar lineair afschrijven op de goodwill die zij heeft verkregen bij de overdracht van de onderneming van de verdwenen bv. Daardoor is over 2015 slechts € 302.436 aan winst te verrekenen met het voorvoegingsverlies.
Wet: art. 15, eerste lid en 15ah, tweede lid Wet Vpb 1969
Besluit: art. 18, eerste lid Besluit FE
Geef een reactie