De Belastingdienst kan een onderneming die tijdelijk personeel inleent voor het uitvoeren van werkzaamheden, aansprakelijk stellen als de uitlener, bijvoorbeeld een uitzendbureau of schoonmaakbedrijf, zijn belastingschulden niet betaalt. Maar dan moet wel echt sprake zijn van inlening.
Wat zegt de wet?
In de Invorderingswet staan de bepalingen die regelen in welke situaties en op wie de ontvanger van de Belastingdienst niet-betaalde belastingschulden kan verhalen. Bij inlening gaat het volgens de wet om een werknemer die een dienstbetrekking heeft bij het ene bedrijf (de uitlener) en ter beschikking wordt gesteld aan een ander bedrijf (de inlener) om onder toezicht of leiding van dat andere bedrijf werkzaam te zijn.
Voorbeelden van inlening
Een goed voorbeeld van inlening is een technisch uitzendbureau dat personeel plaatst bij een technisch bedrijf. Maar het kan ook gaan om een onderneming die voor de schoonmaak van haar kantoren personeel van een schoonmaakbedrijf inhuurt. In dat geval liggen de ingehuurde werkzaamheden niet in de lijn van de normale ondernemingsactiviteiten en vinden deze vaak plaats buiten de reguliere kantoortijden, zonder dat werknemers van de onderneming zelf aanwezig zijn.
Onder toezicht en leiding van de inlener
Essentieel voor de kwalificatie van inlening is dat de onderneming die personeel inleent, toezicht moet houden op en leiding geeft aan de ingeleende arbeidskrachten. Er is geen sprake van inlening, als er een overeenkomst tussen een onderneming en een schoonmaakbedrijf is, waarin:
- het resultaat voorop staat,
- een vaste vergoeding is afgesproken, zodat het niet uitmaakt hoeveel mensen worden ingezet en hoeveel uren wordt gewerkt om dit resultaat te bereiken, en
- de controle alleen achteraf plaatsvindt.
Het maakt daarbij niet uit dat de onderneming klachten over de schoonmaak telefonisch kan doorgeven aan de desbetreffende schoonmakers of sprake is van marginale aanwijzingen. Voor de mogelijke aansprakelijkstelling van de inlener is het dus essentieel in welke vorm partijen een overeenkomst gieten.
Waarvoor aansprakelijk?
Is sprake van inlening, dan is de inlener hoofdelijk aansprakelijk voor de loonbelasting die de uitlener (bijvoorbeeld een uitzendbureau) moet inhouden en afdragen aan de Belastingdienst. De werknemer is immers nog steeds in dienst bij dat uitzendbureau. De aansprakelijkheid geldt ook voor eventueel verschuldigde omzetbelasting. De Belastingdienst moet echter wel altijd eerst proberen de belasting te innen bij de onderneming die de loonbelasting moet inhouden en afdragen, dus bij het uitzendbureau.
Aansprakelijkheid is te voorkomen
Een inlener kan aansprakelijkstelling door de Belastingdienst voorkomen door gebruik te maken van een geblokkeerde bankrekening. De uitlener kan zo’n zogeheten g-rekening openen en de inlener kan hierop de verschuldigde loon- en omzetbelasting storten.
Wet: artikel 34 Invorderingswet
Meer informatie: Rechtbank Breda, 4 mei 2011, LJN: BR5212 (gepubliceerd 17 augustus 2011)
Geef een reactie