Het fiscaal voordelig financieren van de acquisitie van een deelneming kan in het belang van het concern plaatsvinden en daarmee zakelijk zijn. De financieringsrente is dan aftrekbaar.
Een bv maakte deel uit van een wereldwijd concern. Zij had gelden ingeleend van haar Amerikaanse moedermaatschappij, een Inc. Die gelden had de bv aangewend voor kapitaalstortingen in en leningen aan groepsvennootschappen voor onder meer interne en externe acquisities. De Inc. had de gelden geleend van een tot het concern behorende Luxemburgse financieringsmaatschappij, een SA. Deze SA had de gelden weer verkregen uit een publieke obligatielening.
Zakelijke financieringslasten
Rechtbank Den Haag en Hof Den Haag (NTFR 2019/3000) hebben geoordeeld dat de rentelasten zakelijke financieringslasten zijn. Zie: ‘Per-elementbenadering ziet ook op deelnemingsrenteaftrek’ en NTFR 2019/3000. De financiering van het verwerven en houden van deelnemingen via leningen vormt immers een zakelijke aangelegenheid van een concernvennootschap. Dat de wijze van financiering van de bv is ingegeven door het concernbelang om wereldwijd zo min mogelijk belasting te betalen, maakt dit niet anders.
Voldoende parallellie
Verder heeft het hof geoordeeld dat de antiwinstdrainagemaatregel niet aan renteaftrek in de weg staat. De voorwaarden van de groepsleningen zijn bijna gelijk aan de voorwaarden van de door de SA uitgegeven externe obligatielening. Daardoor is sprake van voldoende parallellie tussen de groepsleningen en de externe financiering daarvan. De renteaftrekbeperking is niet van toepassing op rente ter zake van een dergelijke schuld die feitelijk is aangegaan bij een derde.
Geen fraus legis
Vervolgens heeft het hof geoordeeld dat het beroep van de inspecteur op fraus legis faalt. Het belastingvoordeel dat de bv behaalde met de renteaftrekligt in de gebruikmaking van het destijds tot het stelsel van de wet te rekenen Bosalgat. Het gevolg is dat de renteaftrek niet in strijd komt met doel en strekking van de wet. De staatssecretaris heeft cassatieberoep tegen de hofuitspraak ingesteld. Maar de Hoge Raad onderschrijft de oordelen van het hof en verklaart het cassatieberoep van de staatssecretaris ongegrond.
Geef een reactie