Als een bv samen met haar directeur-grootaandeelhouder (dga) een fiscale eenheid voor de btw vormt, kan deze fiscale eenheid de aan de dga gefactureerde btw aftrekken. Daarbij geldt als voorwaarde dat het gaat om btw over kosten die samenhangen met economische activiteiten.
Sinds het zogeheten Van der Steen-arrest zal een dga niet meer zo snel kwalificeren als een ondernemer voor de omzetbelasting. Als de dga anders dan vanuit zijn positie als werknemer van de bv diensten verricht voor zijn bv, kan hij wel kwalificeren als btw-ondernemer en daardoor een fiscale eenheid voor de btw vormen met zijn bv. In dat geval kan de fiscale eenheid de btw over de kosten van de dga aftrekken. Deze kosten moeten wel verband houden met de activiteiten van de fiscale eenheid. In een zaak voor Hof Arnhem wilde een fiscale eenheid voor de omzetbelasting in 2003 en 2004 de btw over de advocaatkosten van haar dga aftrekken als voorbelasting. Het ging om kosten voor juridische bijstand die de dga had genoten in verband met bestuurderswerkzaamheden voor een andere bv. De bestuurdersactiviteiten voor de andere bv stonden los van de economische activiteiten van de fiscale eenheid. Het hof stond daarom niet toe dat de fiscale eenheid de btw over de advocaatkosten aftrok.
Wet: artikelen 7, vierde lid en 15, eerste lid, onderdeel a OB 1968
Meer informatie: Hof Arnhem, 9 oktober 2012 (gepubliceerd 26 oktober 2012), LJN: BY1378
Geef een reactie