Rechtbank Noord-Holland heeft geoordeeld dat goed koopmanszaak toestaat dat een bedrijf de lasten van het toekennen van werknemersbonussen aftrekt wanneer de werknemers deze opties kunnen vorderen. Dit moment kan zich voordoen als een opschortende voorwaarde is vervuld.
De werknemers van een groep bedrijven kregen begin december 2009 onder opschortende voorwaarden werknemersopties toegekend. Deze voorwaarden hielden in dat het bedrijf zou worden overgenomen door een fiscale eenheid, de aandelenlevering zou plaatsvinden vóór 31 januari 2014 en dat de werknemer op moment van de aandelenoverdracht nog in dienst zou zijn.
De aandelenoverdracht vond plaats op 31 januari 2011. De inspecteur meende dat de werknemersopties in dat jaar niet aftrekbaar waren. Zij zouden betrekking hebben op in eerdere jaren verrichte werkzaamheden. Maar de rechtbank oordeelde dat de werknemersopties pas juridisch afdwingbaar op het moment van de aandelenlevering. Op basis van goed koopmansgebruik mocht de fiscale eenheid die de opties uitbetaalde deze betaling aftrekken in het boekjaar 2010/2011.
Wet: artikel 3.2 Wet IB 2001 en artikel 8, eerste lid Wet Vpb 1969
Meer informatie: Rechtbank Noord-Holland 1 december 2017 (gepubliceerd 11 januari 2018), ECLI:NL:RBNHO:2017:11359
Geef een reactie