Onder de Wet inkomstenbelasting 2001 komen de gemaakte kosten van een ontslagprocedure niet voor aftrek in de aangifte in aanmerking. Toch is aftrek mogelijk als iemand een in rechte te beschermen vertrouwen kan ontlenen aan toezeggingen of uitlatingen van de Belastingdienst dat advocaatkosten aftrekbaar zijn.
Een man kreeg in 2015 te maken met een ontslagprocedure en schakelde een advocaat in om een procedure te starten tegen zijn ex-werkgever. Voor de rechtsbijstand moest de man € 5.406 aan advocaatkosten betalen. In zijn aangifte inkomstenbelasting 2015 merkte de werknemer deze kosten aan als een te verrekenen verlies uit voorgaande jaren. De definitieve aanslag stelde de inspecteur vast zonder met dit opgevoerde verlies rekening te houden.
In geschil bij Hof Den Bosch is de aftrekbaarheid van de kosten voor de advocaat vanwege de ontslagprocedure. Het hof oordeelt dat de kosten van de advocaat niet aftrekbaar zijn en verwijst voor zijn motivering naar Hoge Raad 10 augustus 2007, ECLI:NL:HR:2007:AZ4768. Het hof oordeelt dat evenmin sprake is van een in rechte te beschermen vertrouwen dat door de Belastingdienst is gewekt door een enkele algemene toelichting op de aangifte. Ook in de toelichting in de aangifte bij de post te verrekenen verliezen staat niets over het toestaan van aftrek van advocaatkosten. Het hof is ook niet bevoegd om de hardheidsclausule toe te passen. Dat is voorbehouden aan de minister van Financiën. Evenmin dat het hof bevoegd is te beslissen op een verzoek om kwijtschelding. Kwijtschelding van belastingen moet de man bij de ontvanger van de Belastingdienst aanvragen.
Meer informatie: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 21 februari 2019 (gepubliceerd 10 mei 2019), ECLI:NL:GHSHE:2019:646
Geef een reactie