Een inspecteur is niet verplicht een verzoek om indeling van een uitzendbureau bij een andere sector of een verzoek om concernaansluiting in te willigen. Een afwijzing moet dan voldoende gemotiveerd zijn.
Dit oordeelde het hof in een zaak waarin een aantal vennootschappen de inspecteur hadden verzocht om aansluiting bij dezelfde sector voor de werknemersverzekeringen. Voor een deel van de vennootschappen besliste de inspecteur tot aansluiting bij dezelfde sector. Voor twee uitzendbureaus stond hij dit niet toe. Dispensatiebeleid achtte hij niet van toepassing, omdat dit alleen zag op uitzendbedrijven die hoofdzakelijk uitzonden naar bedrijven in één sector en zonder uitzendbeding. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden maakt de omstandigheid dat het uitzendbureau zijn werknemers uitzond naar bedrijven in de vaksector Gezondheid, niet dat de bedrijfsuitoefening van deze vennootschap hiertoe behoorde. De bedrijfsuitoefening was immers het drijven van een uitzendbureau. Uit gebruik van het woord ‘kan’ in de wettelijke bepalingen over sectorindeling en concernaansluiting leidde de rechter af dat de inspecteur een verzoek om concernaansluiting niet hoefde toe te wijzen. De inspecteur had zijn afwijzing in dit geval voldoende gemotiveerd, waardoor er geen sprake was van strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel.
Wet: artikelen 5.1 tot en met 5.8 Regeling Wfsv
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 14 januari 2014 (gepubliceerd op 24 januari 2014), ECLI:NL:GHARL:2014:234
Geef een reactie