Een instelling die niet naar winst streeft, maar tegen betaling hulp verleent aan ondernemers kwalificeert niet als een algemeen nut beogende instelling (ANBI). Een ANBI mag namelijk geen steun bieden aan instellingen en personen die wel naar winst streven.
In dit geval is er geen sprake van een activiteit die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend wordt uitgeoefend ten behoeve van het algemeen nut. Zo oordeelde Rechtbank Den Haag dat een stichting die juridische hulp verleende aan particulieren en bedrijven ter voorkoming van faillissementen niet het algemeen belang diende. De instelling voldeed namelijk niet aan de voorwaarden zoals opgenomen in de wet om te kunnen kwalificeren als een ANBI. Bijvoorbeeld in de statuten stond nergens de bepaling dat een natuurlijk persoon noch een rechtspersoon niet over het vermogen van de instelling mocht beschikken als ware het zijn eigen vermogen. Uit de statuten was evenmin af te leiden of de bestuurders geen andere beloningen ontvangen dan een kostenvergoeding en een niet bovengemiddeld vacatiegeld. Dat bij ontbinding een eventueel posotief saldo ten goede zou komen aan een andere ANBI of aan het algemeen belang was evenmin gebleken. Alleen het voornemen om de statuten te wijzigen was volgens de rechter niet voldoende, zodat de instelling niet kon kwalificeren als een ANBI.
Wet: artikel 6.33 Wet IB 2001 en artikelen 41a en 41b van de Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001 (oud)
Meer informatie: Rechtbank ’s-Gravenhage, 20 december 2012 (gepubliceerd 24 januari 2013), LJN: BY9354
Geef een reactie