Bij een echtscheiding komt het regelmatig voor dat één van de partners in de voormalige echtelijke woning blijft wonen en hij daarom de volledige hypotheekrente betaalt. Het lijkt zo vanzelfsprekend dat hij daardoor recht heeft op volledige renteaftrek. De werkelijkheid is anders.
Belastingdienst accepteert gewenste renteaftrek niet
Als na jaren huwelijk echtgenoten gaan scheiden en één van de echtgenoten in de woning blijft wonen, dan spelen een aantal relevante vragen. Wanneer eindigt het fiscaal partnerschap en hoe zit het met de betaalde rente op de hypothecaire lening? Ex-echtgenoten komen daarbij vaak overeen dat een van de twee de volledige rente betaalt. Na indiening van de aangifte inkomstenbelasting door beide partners, blijkt vaak dat de Belastingdienst de aftrek van rente van de (voormalige) woning niet accepteert op de wijze waarop de ex-echtgenoten de rente hebben aangegeven in de aangifte.
Gevolgen einde fiscaal partnerschap
Fiscaal partner is de echtgenoot. Een persoon is niet langer fiscaal partner als een verzoek tot echtscheiding is ingediend en die persoon niet langer op hetzelfde adres woont als de andere echtgenoot. Een dubbele voorwaarde dus. Gevolg is dat ieder van de partners zijn eigen aandeel in de eigendom van de woning en zijn eigen aandeel in de betaalde rente moet aangeven. Blijft een echtgenoot achter in de woning en betaalt hij de volledige rente? Hoe kan men er dan voor zorgen dat deze rente volledig bij de betalende echtgenoot aftrekbaar wordt? Aan de hand van een voorbeeld zal deze vraag worden behandeld.
Voorbeeld
Na 10 jaar in gemeenschap van goederen gehuwd te zijn geweest, besluiten Martin (M) en Valérie (V) te scheiden. Daarbij spreken zij af dat M in de woning blijft wonen en hij alle rente betaalt. Drie jaar nadat V de woning heeft verlaten en het verzoek tot echtscheiding is ingediend vindt de boedelverdeling plaats. Uiteraard wil M de betaalde rente als aftrekpost in zijn aangifte inkomstenbelasting opvoeren. Stel dat het eigenwoningforfait (ewf) € 1.500 is en de betaalde rente € 10.000.
Uitwerking
Omdat M en V in algehele gemeenschap van goederen waren gehuwd, is zowel het aandeel in de eigendom als in de schuld van M en V 50%. Dit impliceert dat zowel M als V 50% ewf moet aangeven. M kan zijn aandeel van € 5.000 rente in aftrek brengen. V moet ook 50% van haar aandeel in het ewf aangeven en kan gedurende twee jaar na haar vertrek uit deze woning haar aandeel in de rente ook nog in aftrek brengen als zij deze zou betalen. Dat is echter niet het geval. M kan de resterende € 5.000 niet als alimentatie in aftrek brengen. M moet bovendien de helft van het ewf, zijnde € 750, als alimentatie in aanmerking nemen. V kan deze € 750 in aftrek brengen. Een bedrag van € 5.000 is niet aftrekbaar. Dit was ook de conclusie van Hof Den Bosch op 9 februari 2018 (ECLI:NL:GHSHE:2018:563), ware het niet dat belanghebbende kon bewijzen dat hij in het convenant de verplichting op zich had genomen om tot het moment van verkoop van de woning de hypotheekrente volledig voor zijn rekening te nemen. Daardoor oordeelde het hof dat dit als een familierechtelijk betrekking was te beschouwen tot voorziening in het levensonderhoud van de ex-echtgenote. Belanghebbende kon daarom zijn volledig betaalde rente in aftrek brengen. Wat overigens opmerkelijk is bij deze uitspraak van Hof Den Bosch is dat het hof de terminologie huurwaardeforfait in plaats van eigenwoningforfait hanteert.
Keuze voor fiscaal partnerschap in het eerste jaar van gescheiden leven
Zonder afspraken in het convenant lijkt het voor de hand te liggen om te kiezen voor fiscaal partnerschap in het jaar waarin de echtgenoten niet langer als fiscaal partners kwalificeren. Die keuze hebben de ex-partners nog het eerste jaar. Dat helpt echter niet, omdat de door de man voor de vrouw betaalde rente van € 5.000 niet op de man drukt. Alleen als M en V de rente in aftrek zouden kunnen brengen, heeft het opteren voor fiscaal partnerschap zin.
Regel renteaftrek en alimentatie in echtscheidingsconvenant
Wensen beide partners dat de betalende en in de woning verblijvende echtgenoot de volledige rente in aftrek kan brengen, dan kunnen ze overeenkomen dat M het aandeel in de rente van V niet aan de bank, maar aan V in de vorm van alimentatie betaalt, waarna V haar aandeel in de rente aan de bank betaalt. Gedurende twee jaar na vertrek van V geldt dan dat M € 5.000 als rente eigen woning in aftrek kan brengen en € 5.000 alimentatie in aftrek kan brengen. V kan € 5.000 als eigenwoningrente in aftrek brengen, daarnaast moet zij dit bedrag als ontvangen alimentatie aangeven. Daarnaast moet V 50% ewf aangeven en kan zij dit in aftrek brengen als betaalde alimentatie in natura. M moet 50% ewf als ontvangen alimentatie aangeven. In deze situatie zouden de ex-partners in het eerste jaar ook succesvol kunnen opteren voor fiscaal partnerschap. Belangrijk is dat dit goed is vastgelegd in het echtscheidingsconvenant. Na twee jaar is voor V geen sprake meer van een eigen woning en kan zij de rente niet meer in aftrek brengen. Bij voorkeur zou dan de woning volledig aan M moeten zijn toebedeeld. M en V kunnen dus ook in het convenant regelen dat de rente volledig voor rekening komt van M. Let wel goed op, dit is maatwerk. Het is belangrijk dat dit goed is opgenomen in het convenant, anders gaat het fout, zoals bijna het geval was in voornoemde uitspraak van Hof Den Bosch.
Alternatief
In zijn uitspraak van 29 maart 2012 oordeelde Hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2012:BW0614) dat de degene die achterbleef, achteraf, alle betaalde rente in aftrek mocht brengen. De reden was dat de vrouw die in de woning was achtergebleven bij toedeling van de woning, deze met enkele jaren terugwerkende kracht kreeg toebedeeld tot het moment van vertrek van de man. Aangezien alle kosten en lasten van de woning vanaf het vertrek van de man voor rekening van de vrouw was gekomen, het risico van waardeverandering van de woning en het volledige woongenot aan de vrouw toekwamen, had zij vanaf vertrek van haar ex-echtgenoot met terugwerkende kracht de economische eigendom. Zouden M en V hebben geregeld dat M de woning met terugwerkende kracht zou hebben toebedeeld aan M, dan zou de volledig betaalde rente bij M aftrekbaar zijn geweest en had hij het volledige ewf moeten aangeven. V hoeft dan niets meer aan te geven en heeft uiteraard ook geen aftrek kosten.
De wens van beide ex-echtgenoten om alle betaalde rente bij de betalende ex-echtgenoot in aftrek te brengen, kan gerealiseerd worden. Het is echter niet zo de ex-echtgenoot die alle rente betaalt, deze ook altijd in aftrek kan brengen.
Masterclass eigen woning
De fiscale regeling omtrent de eigen woning is complex te noemen. Op 8 juni 2018 legt mr. Frits van der Kamp uit hoe de puzzel omtrent de eigen woning gelegd kan worden en gaat ook uitgebreid in op de regeling bij echtscheiding. Meer informatie en aanmelden.
Wet: Art. 1.2, 2.17, 3.111, 6.3 en art. 5a AWR
Meer informatie: Hof Den Bosch 9 februari 2018 (gepubliceerd op 8 maart 2018), ECLI:NL:GHSHE:2018:563
Geef een reactie