Is een aanmerkelijk belanghouder (AB-houder) voor zijn immigratie van België naar Nederland al belastingplichtig vanwege zijn AB in Nederland? Dan moet hij voor de verkrijgingsprijs van zijn aandelen op het moment van remigratie uitgaan van de historische verkrijgingsprijs, als België geen belasting heeft geheven over de waardeaangroei van de aandelen.
Een Nederlander was naar België verhuisd en had een paar jaar later voor € 9.000 aandelen verkregen in een Nederlandse B.V. Na 20 jaar kwam hij weer terug in Nederland wonen. Zijn aandelen waren toen € 611.000 waard. In geschil was of de inspecteur de verkrijgingsprijs van zijn aandelen terecht op € 9.000 had vastgesteld. De rechtbank oordeelde op grond van artikel 16 lid 3 Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001 dat de inspecteur terecht geen step-up had verleend naar de waarde in het economische verkeer op de remigratiedatum. Zie ook: Ook buitenlandse belastingplicht is van belang voor step-up. Na in sprongcassatie te zijn gegaan, heeft ook de Hoge Raad de man in het ongelijk gesteld. Het is volgens de Hoge Raad niet in strijd met het belastingverdrag met België als Nederland de volledige waardeaangroei van AB-aandelen in de belastingheffing betrekt bij een binnenlands belastingplichtige. Op grond van het belastingverdrag zijn voordelen uit de vervreemding van aandelen belast in de woonstaat. Dit wordt niet anders als die waardeaangroei is ontstaan in de periode dat de man in België woonde en België als woonstaat heffingsbevoegd zou zijn geweest als de AB-houder zijn aandelen toen zou hebben vervreemd.
Wet: artikelen 4.25 en 4.36 Wet inkomstenbelasting 2001 en artikel 16 Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001
Belastingverdrag: artikel 13 (paragraaf 4) verdrag t.v.v.d.b. met België
Meer informatie: Hoge Raad 22 september 2017, ECLI:NL:HR:2017:2423
Geef een reactie