Sommige werkgevers verrichten werkzaamheden die behoren tot verschillende sectoren. De Hoge Raad bevestigt dat de werkgever in zo’n geval van rechtswege is aangesloten bij de sector waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor hij in de regel het grootste bedrag aan premieplichtig loon moet of vermoedelijk zal betalen. Loon waarvoor de werkgever niet premieplichtig is, blijft daarbij buiten beschouwing.
Een B.V. verrichtte hoveniers- en civieltechnische werkzaamheden. De hovenierswerkzaamheden of cultuurtechnische werkzaamheden werden hoofdzakelijk uitgevoerd door haar werknemers. De bestuurder van de holding van de B.V. en – via onderaanneming – arbeidskrachten van derden verrichtten de civieltechnische werkzaamheden. Volgens de inspecteur behoorden de hovenierswerkzaamheden en de civieltechnische activiteiten tot verschillende sectoren. Hij deelde de B.V. in de sector Bouwbedrijf in op basis van de omzet van civieltechnische respectievelijk de cultuurtechnische werkzaamheden exclusief leveringen. De Hoge Raad wijst erop dat deze toerekening onjuist is. Laat een werkgever activiteiten verrichten die behoren tot verschillende sectoren? Dan is hij van rechtswege aangesloten bij de sector waartoe de werkzaamheden behoren waarvoor hij als werkgever doorgaans het grootste bedrag aan premieplichtig loon betaalt of vermoedelijk zal betalen. Hierbij wordt aansluiting gezocht bij de loonsom. Het is echter niet de bedoeling dat in die loonsom ook loon wordt begrepen dat de werkgever niet zelf voldoet of waarvoor hij niet premieplichtig is. Het loon van de ingeleende werknemers was hier dus niet van belang voor de sectorindeling. Omdat de werkzaamheden waarvoor de B.V. premieloon had betaald hoofdzakelijk bestonden uit hovenierswerkzaamheden, moest zij worden ingedeeld in de sector Agrarisch bedrijf.
Wet: artt. 95, eerste lid en 96, tweede lid Wfsv
Regeling: artt. 5.1 en 5.2 Regeling Wfsv
Meer informatie: Hoge Raad 6 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:512
Geef een reactie