Als tijdens een bezwaarfase de redelijke termijn wordt overschreden, heeft de belastingplichtige uitsluitend recht op een immateriële schadevergoeding als hij het geschil vervolgens voorlegt aan de rechter, zo oordeelde Rechtbank Gelderland.
In de betreffende zaak had een belastingplichtige bezwaar gemaakt tegen drie aanslagen inkomstenbelasting. Tijdens de bezwaarfase werd de redelijke termijn overschreden, wat voor de belastingplichtige reden was om een schadevergoeding te eisen. Volgens Rechtbank Gelderland geeft artikel 6 EVRM echter alleen recht op een schadevergoeding als een geschil is voorgelegd aan de rechter. Het genoemde wetsartikel heeft betrekking op de behandeling binnen een redelijke termijn door de rechter, en bij de beoordeling of de termijn is overschreden, wordt dan ook gekeken naar de duur van de bezwaarfase bij het bestuursorgaan (in dit geval de Belastingdienst). Het bestuursorgaan kan dan worden veroordeeld tot een immateriële schadevergoeding. Maar omdat het geschil in dit geval niet was voorgelegd aan de rechter, had de belastingplichtige geen recht op een schadevergoeding.
Meer informatie: Rechtbank Gelderland, 20 juni 2013, LJN: CA3439
Geef een reactie