Krijgt een werknemer in de loop van een jaar een auto met 0% bijtelling, dan kan het privégebruik van deze auto achteraf leiden tot een bijtelling voor de vorige auto.
Een vrouw kreeg van haar werkgever voor de periode 1 januari tot 5 november 2013 een auto waarvoor een bijtelling gold van 25% van de cataloguswaarde. Zij had voor deze auto een ‘Verklaring geen privégebruik auto’. Met deze auto had ze 376 kilometer privé gereden in 2013. Voor de periode vanaf 5 november tot en met het einde van 2013, had de werkneemster de beschikking over een elektrisch aangedreven auto, waarvoor geen bijtelling gold. Met de laatste auto reed zij 242 kilometer privé. In geschil was de bijtelling voor de eerste auto.
Tijdsevenredige bijtelling
Hof Amsterdam besliste dat bij volgtijdelijk gebruik van twee auto’s in een jaar, men moet uitgaan van het totale privégebruik van die auto’s in dat jaar. Als de werkneemster in een jaar met beide auto’s meer dan 500 kilometer heeft gereden, geldt voor beide auto’s een tijdsevenredige bijtelling. 25% van de cataloguswaarde van de eerste auto over de periode 1 januari tot 5 november 2013 en 0% van de cataloguswaarde tot het einde van het jaar van de elektrische auto. Het hof handhaafde de naheffingsaanslag loonheffingen.
Wet: artikel 13bis, Wet op de loonbelasting 1964 (tekst 2013)
Meer informatie: Grechtshof Amsterdam 16 mei 2017 (gepubliceerd op 2 augustus 2017), ECLI:NL:GHAMS:2017:1979
Geef een reactie