Uit een zaak voor Hof Arnhem blijkt dat geen vaststellingsovereenkomst (VSO) tot stand komt als de inspecteur duidelijk stelt dat hij een overeenkomst pas ondertekent als een anonieme inkeerder zijn identiteit bekend maakt. Dit heeft ook effect op de tijd die de inspecteur krijgt voor het opleggen van een navorderingsaanslag.
In de zaak voor Hof Arnhem onderhandelde een belastingplichtige via zijn gemachtigde over de toepassing van de inkeerregeling. De gemachtigde had de fiscus al laten weten dat zijn cliënt bepaalde inkomsten en banktegoeden niet had opgegeven. Hij hield echter de identiteit van deze cliënt geheim. De inspecteur wilde geen VSO ondertekenen voordat hij wist wie de belastingplichtige was. De gemachtigde maakte de identiteit van de cliënt bijna een half jaar later bekend. De cliënt en zijn gemachtigde meenden dat de VSO al tot stand was gekomen, zodat de fiscus snel een navorderingsaanslag zou moeten opleggen. Maar het hof oordeelde dat de inspecteur duidelijk voorbehouden had gemaakt, mede in verband met de anonimiteit van de inkeerder. De fiscus had daardoor meer tijd om een navorderingsaanslag op te leggen. Dat de Belastingdienst eerder op de hoogte was van de zwarte inkomsten en banktegoeden was niet van belang.
Rectifiactie - Dit artikel werd eerder gepubliceerd onder de titel 'Mr. X kan niet inkeren'. De hierin gegeven samenvatting was geen correcte weergave van de uitspraak, waarvoor excuses.
Meer informatie: Hof Arnhem, 6 maart 2012 (gepubliceerd 16 maart 2012), LJN: BV9112
Geef een reactie