Staatssecretaris Van Rij heeft op 19 juni 2024 antwoord gegeven op de Kamervragen gesteld door Grinwis. Aanleiding voor de vragen waren verschenen artikelen in WFR en FD.
De staatssecretaris heeft aangegeven dat definitieve aanslagen voor 2023 voor beleggers wel zijn aangehouden, maar voor spaarders niet. De arresten van 6 juni jl. zijn ook van toepassing op spaarders. Van Rij vindt dat spaarders die te maken hebben met een fictief rendementspercentage van 0,92% voor banktegoeden in 2023 redelijk worden behandeld. De categorie overige bezittingen waarvoor nu één vast percentage geldt, bevat echter veel verschillende vermogensbestanddelen met veel verschillende rendementen. Dit rechtvaardigt het aanhouden van de belastingaanslagen waarin box 3-vermogen uit overige bezittingen bestaat.
Opnieuw invoeren massaalbezwaarprocedure van vóór 2016?
In antwoord op de vraag of het wenselijk zou zijn de massaalbezwaarprocedure van vóór 2016 te herintroduceren heeft de staatssecretaris geantwoord dat dit niet wenselijk is. Volgens de staatssecretaris leidt dat tot een te eenzijdige aanpassing van de belastingwet. Een dergelijke aanpassing leidt niet tot het gewenste evenwicht tussen de individuele belangen van de belastingplichtige en het algemene belang van belastingheffing en in het verlengde daarvan de schatkist. Een dergelijke aanpassing roept ook verschillende (rechts)vragen op over de rechtseenheid binnen het fiscale bestuursrecht. De staatssecretaris verricht daarom onderzoek naar een andere en in zijn ogen, betere oplossing. Die betere oplossing kan volgens de staatssecretaris worden gevonden in een vernieuwd formeelrechtelijk heffingssysteem. Hierover wil hij graag met de Kamer van gedachte wisselen.
Geef een reactie