Staatssecretaris Van Oostenbruggen geeft antwoord op feitelijke vragen over de stand van zaken van het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3. De vaste commissie voor Financiën heeft de vragen gesteld.
Het kabinet ziet het wetsvoorstel Wet werkelijk rendement box 3 alles afwegende als de beste optie. Invoering per 1 januari 2028 is uitvoerig verkend en naar huidige omstandigheden haalbaar als het wetsvoorstel uiterlijk op 15 maart 2026 aangenomen wordt door de Tweede Kamer. Als deze datum niet wordt gehaald, zullen gegevensleveranciers (banken, verzekeraars) niet tijdig, juist en volledig hun gegevens aan de Belastingdienst kunnen aanleveren. Het wetsvoorstel zal in het eerste kwartaal van 2025 worden ingediend.
Verder gaat de staatssecretaris onder meer in op vragen over:
- tegenbewijsregeling
- budgettaire derving
- de juridische, financiële en maatschappelijke risico’s van het blijven hanteren van het huidige forfaitaire rendement op de korte termijn en eventueel lange termijn
- belasten van vermogens in andere landen
- uitvoerbaarheid door Belastingdienst
- de gevolgen voor de vastgoedsector, en daarmee de huurmarkt, als het tarief van box 3 nog verder wordt verhoogd.
Bron: Aanbiedingsbrief bij antwoorden op feitelijke vragen over de stand van zaken van het wetsvoorstel werkelijk rendement box 3, nr. 2025-0000023772, Ministerie van Financiën, 27 januari 2025
Masterclass Box 3 – veilig door het overbruggingsstelsel
Wat moet je doen als adviseur voor je klanten? Wanneer is bezwaar zinvol? Hoe werkelijk rendement te berekenen? Voorkom dat je iets over het hoofd ziet, signaleer de pijnpunten, doorzie de valkuilen en loods je klanten optimaal en veilig door het overbruggingsstelsel heen. Hoe? Volg nu de cursus box 3 in overbruggingstijd.
Geef een reactie