In twee uitspraken heeft vakbond FNV een succes behaald tegenover Deliveroo: de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers moet worden aangemerkt als een arbeidsovereenkomst, én de werkzaamheden vallen onder de werkingssfeer van de cao Beroepsgoederenvervoer.
In tegenstelling tot een zaak vorig jaar tegen Deliveroo, waarbij de rechter oordeelde dat er geen sprake was van een arbeidsovereenkomst tussen een zzp-bezorger en Deliveroo, is ditmaal de vakbond zelf de procederende partij. De vakbond vordert een verklaring voor recht dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers, in afwijking van de partijafspraak, is aan te merken als een arbeidsovereenkomst zoals bedoeld in art. 7:610 lid 1 BW. FNV stelt een zelfstandig belang te hebben bij de vordering en daartoe op grond van haar statuten gerechtigd te zijn. Deliveroo bestrijdt de vordering van de vakbond en stelt onder meer dat de vakbond niet-ontvankelijk moet worden verklaard, maar daar gaat de kantonrechter niet in mee. Volgens de kantonrechter heeft FNV een concreet belang heeft bij de gevraagde verklaring voor recht, zodat het beroep van Deliveroo op het ontbreken van belang wordt gepasseerd.
Vervolgens gaat de rechter inhoudelijk in op de arbeidsverhouding bij Deliveroo, waar sinds februari 2018 de maaltijdbezorgers niet meer werkzaam zijn op basis van een arbeidsovereenkomst, maar een overeenkomst van opdracht moeten aangaan. Volgens vakbond FNV is ook in de nieuwe situatie feitelijk sprake van een arbeidsovereenkomst.
Gezagsverhouding
De kantonrechter overweegt dat of sprake is van een arbeidsovereenkomst wordt bepaald door alle omstandigheden van het geval. Daarbij is niet zozeer doorslaggevend hoe partijen de overeenkomst noemen of kwalificeren, maar welke rechten en verplichtingen zij daarbij over en weer beoogd hebben en in hoeverre daaraan feitelijk uitvoering is gegeven. Naarmate er over een contract meer is onderhandeld, kan aan de schriftelijke vastlegging van die partijbedoeling meer waarde worden gehecht. Volgens de kantonrechter is er in het geval van Deliveroo en haar bezorgers sprake van een standaardcontract, dat eenzijdig door Deliveroo is opgesteld en niet onderhandelbaar is. In zo’n situatie kan voor de bedoeling van partijen aan de weergave in het schriftelijk contract geen doorslaggevende betekenis worden gehecht, zeker niet voor de bedoeling van de bezorger.
Geen vrije vervanging
De kantonrechter gaat vervolgens de verschillende elementen van een arbeidsovereenkomst – gezagsverhouding, loon, persoonlijke arbeid – na om te beoordelen of sprake is van een arbeidsovereenkomst. De kantonrechter komt tot de slotsom dat het systeem bij Deliveroo met het digitaal inroosteren via een app en toekenning van opdrachten zo is ingericht dat er nog altijd sprake is van een gezagsverhouding. Van een algehele vrijheid om zich beschikbaar te stellen voor bezorgopdrachten is, wil een bezorger voldoende inkomen genereren, in feite geen sprake. Ook van vrije vervanging is volgens de kantonrechter in de praktijk geen sprake. En ook de beloning – hoewel hoger dan het wettelijk minimum(jeugd)loon, maar niet zodanig hoog (gemiddeld maximaal € 18,00 bruto) dat in de hoogte van de vergoeding een relevante aanwijzing ligt voor het tegendeel – leidt volgens de kantonrechter niet tot de conclusie dat geen sprake is van loon. Ook is er feitelijk weinig ruimte om te onderhandelen over het tarief. Alles in onderlinge samenhang overziende komt de kantonrechter tot het oordeel dat de aard van het werk en de rechtsverhouding tussen partijen sinds begin 2018 niet zodanig wezenlijk zijn gewijzigd dat niet langer sprake is van het verrichten van arbeid op basis van een arbeidsovereenkomst.
CAO
Ook op een ander punt behaalt FNV een succes bij de kantonrechter. De vakbond heeft zich het afgelopen jaar telkens op het standpunt gesteld dat de werkzaamheden bij Deliveroo onder de werkingssfeer van de cao Beroepsgoederenvervoer vallen. In de andere uitspraak komt de kantonrechter tot het oordeel dat dit inderdaad het geval is. De rechter is het met de FNV eens dat de bezorging van maaltijden door Deliveroo moet worden gekwalificeerd als vervoer van goederen over de weg en daarmee onder de cao van die sector valt. Deliveroo is daarmee ook verplicht de cao met terugwerkende kracht na te leven voor zover medewerkers in dienst zijn (geweest) op basis van een arbeidsovereenkomst tijdens de perioden dat die cao algemeen verbindend is verklaard.
Deliveroo gaat in beroep. De FNV heeft een rechtszaak tegen Uber in voorbereiding.
Bron: Kantonrechter Amsterdam 15 januari 2019, 7044576 CV EXPL 18-14763 (ECLI:NL:RBAMS:2019:198) en 7044576 CV EXPL 18-14762 (ECLI:NL:RBAMS:2019:210)
> Zie ook: Platformeconomie blijft arbeidsrechtelijke en fiscale vragen opleveren
Geef een reactie