Hebben werknemers verklaard dat zij de auto’s niet voor privédoeleinden mogen gebruiken, maar is privégebruik wel mogelijk en de controle hierop beperkt? Dan zijn de auto’s toch ter beschikking gesteld volgens Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden.
In 2012 stelde de inspecteur een onderzoek in naar de aangiften loonheffing van een thuiszorgorganisatie die in het bezit was van ongeveer negen auto’s. Deze kleine oudere auto’s werden afwisselend door 25 tot 30 werknemers gebruikt voor het bezoeken van patiënten aan huis. Volgens de thuiszorgorganisatie waren de auto’s niet aan de werknemers ter beschikking gesteld als bedoeld in artikel 13bis van de Wet LB. Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden was het echter eens met de inspecteur dat de auto’s wel ter beschikking waren gesteld, ondanks dat privégebruik was verboden. De werknemers hadden de auto’s gedurende hun gehele werkdag tot hun beschikking om daarmee cliënten te bezoeken. Binnen zekere grenzen konden zij gedurende de werkdag zelf de wijze van gebruik van de auto bepalen. Privégebruik was niet toegestaan, maar wel mogelijk en het kwam in de praktijk ook voor. De controle op het privégebruik was zeer beperkt. Er werden ook nauwelijks gegevens omtrent het gebruik van de auto’s vastgelegd, waardoor het niet was na te gaan in welke mate sprake was van privégebruik. Het hof kon daarom niet oordelen dat het privégebruik minder was dan 500 kilometer op kalenderjaarbasis. De thuiszorgorganisatie kreeg voor het privégebruik van de auto’s een naheffingsaanslag van € 85.024 en een boete van € 5.000 opgelegd.
Wet: artikel 13bis Wet op de loonbelasting 1964
Wilt u meer weten over de laatste fiscale ontwikkelingen op het gebied de auto van de zaak? Meld u dan nu aan voor Tax Talks en kijk op 5 september 2016 de focus uitzending met mr. Heleen Elbert! > Tax Talks Focus
Meer informatie: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 16 augustus 2016 (gepubliceerd 26 augustus 2016), ECLI:NL:GHARL:2016:6541
Geef een reactie