Er is meermaals vastgesteld dat er ruimte is voor verbetering van de risicogebaseerde aanpak van banken. Er zijn inmiddels verschillende acties ondernomen. Minister Van Weyenberg geeft antwoord op vragen over het bericht ‘Bank vraagt klantgegevens aan ondernemers bij contante betaling’.
Contant geld wordt in de meeste gevallen gebruikt voor legitieme doeleinden. Dit neemt echter niet weg dat contant geld ook potentieel hogere risico’s op witwassen en terrorismefinanciering kent. Zo worden cliënten in sectoren met een intensief gebruik van contant geld in de Europese anti-witwasrichtlijn gezien als een potentieel hoger risico en geldt het in de rechtspraak als een zogenoemd feit van algemene bekendheid dat diverse vormen van criminaliteit gepaard gaan met grote hoeveelheden contant geld. Of het gebruik van contant geld door een cliënt daadwerkelijk een hoger witwasrisico oplevert dient de bank door middel van het individuele cliëntonderzoek te bepalen. Een eventuele beperking van de chartale dienstverlening als risicomitigerende maatregel moet proportioneel zijn, mag het legitieme gebruik van contant geld niet onnodig belemmeren en moet toegesneden zijn op het risico en de specifieke omstandigheden van de cliënt. Maatregelen zoals categorale uitsluiting van het gebruik van contant geld, of categorale limieten aan het gebruik daarvan voor hele sectoren voldoen daar niet aan.
Risicogebaseerd onderzoek
Het onderzoek van poortwachters moet risicogebaseerd zijn. Dit betekent dat de intensiteit van het onderzoek in lijn moet zijn met de risico’s: zijn de risico’s op witwassen of financieren van terrorisme hoog, dan zal het onderzoek diepgaander moeten zijn dan als de risico’s laag zijn. Daarnaast is relevant dat sommige ondernemers op hun beurt ook poortwachter zijn en in dat kader in sommige gevallen ook cliëntonderzoek moeten doen. Dit geldt bijvoorbeeld voor handelaren als ze contante betalingen van € 10.000 of meer uitvoeren.
Als een cliënt gemotiveerd en met geldige redenen aangeeft niet tijdig aan het verzoek te kunnen voldoen en daarbij aangeeft wanneer dit wel mogelijk zal zijn, is het moeilijk voor te stellen dat overgaan tot beperkende acties redelijk zal zijn. Als het niet aanleveren van informatie echter structurele vormen aanneemt en er sprake is van specifieke omstandigheden kan de minister zich voorstellen dat op een gegeven moment een bank het noodzakelijk acht om over te gaan tot beperkende acties.
De Nederlandsche Vereniging van Banken heeft aangekondigd dat zij in overleg gaat met de sector om te bespreken welke stappen er genomen kunnen worden om de communicatie met cliënten te verbeteren. De minister zal ook DNB vragen om te kijken of de nieuwe Q&A’s en Good Practices waar DNB momenteel aan werkt, banken voldoende handvatten bieden om risicogebaseerd om te gaan met het onderzoek dat cliënten van de bank moeten doen naar de geldstromen van hun eigen klanten.
Bron: Antwoorden op Kamervragen over bericht ‘Bank vraagt klantgegevens aan ondernemers bij contante betaling’, nr. 2024-0000199226, Ministerie van Financien, 13 maart 2024
Geef een reactie