Minister Heinen beantwoordt vragen in het kader van het Schriftelijk Overleg over de Eurogroep en Ecofinraad van 4 en 5 november 2024.
Btw digitale tijdperk
Er zijn drie wijzigingen aangebracht aan het voorstel. Ten eerste is verduidelijkt dat de nationale implementatie van de platformfictie, als een lidstaat gebruik maakt van de uitzondering voor ondernemers die de kleineondernemersregeling toepassen, niet mag leiden tot onnodige administratieve lasten. Ten tweede is de implementatiedatum die ziet op de platformfictie met 12 maanden naar achteren geschoven (van 1 juli 2027 naar 1 juli 2028) en hebben lidstaten de mogelijkheid gekregen om de toepassing van de platformfictie uit te stellen tot 1 januari 2030. Alle lidstaten zijn dus wel verplicht om hun nationale wetgeving te hebben aangenomen op 1 juli 2028, maar hebben de vrijheid om de toepassing daarvan uit te stellen tot 1 januari 2030. Tot slot zijn, onder andere op verzoek van Nederland, twee verschillende implementatiedata die zien op het onderdeel “één enkele btw-registratie” met 12 maanden naar achter geschoven (van 1 januari 2026 naar 1 januari 2027 en van 1 juli 2027 naar 1 juli 2028). Hiermee wordt geborgd dat er voldoende tijd is voor implementatie, te meer de onderhandelingen langer hebben geduurd
Herzieningsvoorstel Richtlijn energiebelastingen
Momenteel wordt onderhandeld over het herzieningsvoorstel van de Richtlijn energiebelastingen (ETD), dat in 2021 is gepubliceerd. Het afschaffen van de verplichte vrijstelling voor brandstoffen voor de intra Europese luchtvaart en de scheepvaart maakt hier onderdeel van uit. Op dit moment is in de Raad nauwelijks draagvlak bij de andere lidstaten voor het belasten van de lucht- en de scheepvaart. Nederland heeft bij de passages over luchtvaart en scheepvaart een algemeen politiek voorbehoud gemaakt en aangegeven dat het voorstander is van het beprijzen van fossiele brandstoffen in de lucht- en scheepvaart op Europees en internationaal niveau.
Het herzieningsvoorstel van de Richtlijn energiebelastingen (ETD) zal niet worden besproken op de Ecofin van aanstaande november. Het is nog niet duidelijk of en in op welke wijze het herzieningsvoorstel zal worden besproken in de Ecofin van december.
Vliegbelasting
Het klopt dat uit recent onderzoek naar voren komt dat externe kosten van de luchtvaart momenteel nog onvoldoende worden beprijsd. Dit geldt met name voor langere, extra-Europese vluchten. De hoogte van de nationale vliegbelasting, samen met andere klimaatbeleid gericht op de luchtvaartsector, blijkt momenteel nog onvoldoende om de gemiddelde negatieve externe effecten voor vluchten op langere afstanden te beprijzen. De externe kosten van andersoortige vervoersmodaliteiten zoals de trein, auto of bus worden op dit moment relatief beter beprijsd. Het kabinet is voornemens om per 1 januari 2027 een gedifferentieerde vliegbelasting in te voeren. De maatregel wordt op dit moment nog verder uitgewerkt. Vanwege het internationale karakter van de luchtvaartsector is beprijzing echter het meest effectief op internationaal niveau waar Nederland zich voor inzet.
Invoering platformfictie
Volgens de minister is een unaniem akkoord tijdens de Ecofin van 5 november, hoewel geen zekerheid, een realistische uitkomst.
Amerikaanse verkiezingen
Er wordt gevraagd naar de gevolgen van een nieuw presidentschap van Donald Trump voor de handelsfragmentatie. Betekent dit hoge invoertarieven en een nieuwe handelsoorlog tegen China en ook tegen Europa? Presidentskandidaat Trump heeft aangegeven tarieven van 60% op Chinese goederen en 10-20% op goederen uit andere landen te willen invoeren. Indien Trump gekozen wordt, zal moeten blijken welke invulling hij hieraan gaat geven. Op 21 november zal een Raad Buitenlandse Zaken Handel plaatsvinden. Dit biedt de 27 handelsministers van de EU, waaronder de collega voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp, de gelegenheid om te reflecteren op de verkiezingsuitslag in relatie tot de EU-VS handelsrelatie.
Bron: Beantwoording Kamervragen Eurogroep en Ecofinraad 4-5 november 2024, nr. 2024-0000507033, Ministerie van Financiën, 1 november 2024
Geef een reactie