Staatssecretaris Van Rij geeft antwoord op Kamervragen over de Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2) in relatie tot Amerikaanse multinationals. De vragen zijn gesteld naar aanleiding van de artikelen ‘Amerikaanse multinationals ontwijken Nederlandse bijheffing minimumbelasting en ‘OECD Pillar Two Implementation Is a Classic Prisoner’s Dilemma.
Het NOS-artikel ziet specifiek op de onderbelastewinstmaatregel. Het gaat dan om een situatie
waarin zowel de binnenlandse bijheffing als de inkomen-inclusiemaatregel niet van toepassing zijn.
De onderbelastewinstmaatregel treedt per 31 december 2024 in werking. Het gaat om een tijdelijke situatie. Verder wordt in het NOS-artikel verwezen naar de onderbelastewinstbijheffing veiligehavenregel. De tijdelijke onderbelastewinstbijheffing veiligehavenregel is bedoeld om meer tijd te geven aan staten om een kwalificerende binnenlandse bijheffing te implementeren. Op grond van de onderbelastewinstbijheffing veiligehavenregel is geen onderbelastewinstbijheffing verschuldigd ten aanzien van groepsentiteiten die zijn gevestigd in de staat waar de uiteindelijke moederentiteit is gevestigd, voor een verslagjaar dat niet langer is dan een periode van twaalf maanden en aanvangt op of vóór 31 december 2025 en eindigt vóór 31 december 2026. Daarnaast dient het statutaire tarief in die staat ten minste 20% te bedragen. Deze beperkte periode van slechts twaalf maanden is bedoeld om te voorkomen dat staten aanleiding zien om de Pijler 2-maatregelen niet te implementeren en om te voorkomen dat multinationale groepen activiteiten of winsten gaan verplaatsen naar die staten. In de administratieve richtsnoeren van juli 2023 wordt daarom expliciet benadrukt dat deze beperkte periode niet kan worden verlengd.
Risico’s op winstverschuiving naar laagbelastende landen blijven
Het OESO/IF signaleert dat er na implementatie van de maatregelen die zijn voortgekomen uit het Base Erosion and Profit Shifting (BEPS)-project nog steeds risico’s zijn op grondslaguitholling en winstverschuiving naar laagbelastende staten. Het kabinet onderkent dat en Nederland heeft daarom verschillende maatregelen genomen die belastingontwijking beperken of zorgen voor een ondergrens in de vennootschapsbelasting bij winstgevendheid in Nederland, waaronder ook unilaterale maatregelen.
Door unilaterale maatregelen worden andere staten er niet toe gedwongen om soortgelijke maatregelen te nemen, met als gevolg dat belastingontwijking door internationaal opererende bedrijven nog steeds mogelijk blijft en slechts verschuift naar andere staten. Het doel van de maatregelen uit de Wet minimumbelasting 2024 is om de resterende risico’s van kunstmatige winstverschuiving aan te pakken. Naar de mening van het kabinet is een minimumbelasting in een zo groot mogelijk internationaal verband doeltreffend, omdat hierdoor een ondergrens wordt gesteld aan belastingconcurrentie, waardoor het voordeel van kunstmatige winstverschuiving sterk wordt verkleind. Het is de verwachting dat het OESO/IF de implementatie van de Pijler 2-regels zal monitoren.
Online cursus Pillar 2: Wet minimumbelasting 2024 (Pijler 2)
Deze cursus wordt verzorgd door Suniel Pancham, belastingadviseur bij Tax at Work. Tijdens de cursus zal Suniel op toegankelijke wijze ingaan op de belangrijke aspecten van de Wet Minimumbelasting 2024 en biedt deelnemers de kans om in een korte tijd volledig op de hoogte te zijn van de laatste ontwikkelingen. De cursus is zeer praktisch van aard.
Een kleine greep van de onderwerpen die besproken worden:
- Pillar 2 – wat houdt deze regelgeving in en hoe is deze opgebouwd?
- De verschillende bijheffingen en hun werking
- De tijdelijke en permanente veilighavenregels.
- De belangrijkste formele aspecten
Geef een reactie