Een werkgever kan onder voorwaarden onbelaste uitkeringen doen aan werknemers of nabestaanden van werknemers. Voor de hoogte van die uitkeringen speelt het begrip maandloon een rol. Een individueel keuzebudget voor werknemers behoort in dat kader niet tot het reguliere maandloon.
Een overheidsinstelling had voor bij haar werkzame ambtenaren een arbeidsvoorwaardenregeling. Hierin was onder meer opgenomen dat ambtenaren een jubileumtoelage kregen bij een aanstelling van meer dan 25, 40 of 50 jaar. Ook was een regeling getroffen voor de situatie dat de ambtenaar kwam te overlijden. De overlijdensuitkering aan de erfgenamen bedroeg driemaal het laatst genoten salaris. Voor de hoogte van de vrijgestelde uitkeringen was van belang wat precies tot het maandloon behoorde. De overheidsinstelling was van mening dat de voormalige vakantietoeslag van 8% die in het individueel keuzebudget (IKB) zat, tot het reguliere maandloon behoorde. De inspecteur was het hier niet mee eens. Rechtbank Den Haag oordeelt dat een werknemer het IKB pas geniet op het moment dat hij het IKB inzet voor een toegestaan doel. Voor de onbelaste jubileumuitkering en overlijdensuitkering is de hoogte van het genoten reguliere maandloon van de daaraan voorafgaande maand van belang. Dit is het loon zonder IKB. Voor het standpunt van de overheidsinstelling dat maandloon het jaarloon gedeeld door twaalf is, ziet de rechtbank geen aanknopingspunten binnen de wet. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Wet: art. 10, 11 lid 1 onderdelen m en o Wet LB 1964
Meer informatie: Rechtbank Den Haag 31 januari 2019 (gepubliceerd 16 mei 2019), ECLI:NL:RBDHA:2019:1052
Geef een reactie