De beheeractiviteiten die een agrarisch bedrijf tegen vergoeding voor de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten verricht, vormen een belaste prestatie voor de omzetbelasting. Er is geen sprake van een onbelaste subsidie of schadevergoeding, zo concludeert Advocaat-Generaal Ettema.
Het bedrijf in kwestie verrichtte naast agrarische werkzaamheden ook beheeractiviteiten op percelen grasland, rietland en water die eigendom waren van de Vereniging tot behoud van Natuurmonumenten. Het beheer moest zodanig plaatsvinden dat, met behoud van de aanwezige botanische en landschappelijke waarden, de weidevogelstand in het gebied in stand kan blijven en uitbreiding zo mogelijk wordt bevorderd. Belanghebbende ontving hiervoor een vergoeding en was van mening dat deze vergoeding een onbelaste subsidie of schadevergoeding vormde. De inspecteur kon zich niet hierin vinden en stelde dat de beheeractiviteiten waren aan te merken als een belaste prestatie voor de omzetbelasting. Net als de rechtbank en het hof concludeert ook A-G Ettema tot ongegrondverklaring van het (cassatie)beroep van belanghebbende. Om te beginnen bestond er tussen belanghebbende en de Provincie geen rechtsbetrekking aangaande de beheeractiviteiten. De vergoedingen konden geen onbelaste subsidies zijn, want de beheeractiviteiten leveren een concreet voordeel op voor de Natuurmonumenten (goed beheer van haar grond) en staan ook in rechtstreeks verband met de door betaalde vergoeding. Dat ook anderen baat hebben bij de beheersactiviteiten van belanghebbende, is irrelevant. De stelling van belanghebbende dat de vergoeding een schadevergoeding is wegens inkomensderving, mocht ook niet baten. De vergoeding is een tegenprestatie voor een individualiseerbare dienst, de beheersactiviteiten.
Wet: artikel 4, eerste lid van de Wet OB 1968
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad, 30 december 2016 (gepubliceerd op 3 februari 2017), ECLI:NL:PHR:2016:1447
Geef een reactie