Het ministerie van Financiën geeft een overzicht van de belangrijkste belastingwijzigingen per 1 januari 2018. Het gaat om wijzigingen op het gebied van de inkomstenbelasting, loonbelasting, schenk- en erfbelasting, belastingen op milieugrondslag, autobelastingen, vennootschapsbelasting, btw en accijns.
Heffingvrij vermogen en Box 3
Spaarders en beleggers gaan het komende jaar minder belasting betalen. Allereerst wordt met ingang van volgend jaar het heffingvrije vermogen in box 3 verhoogd van 25.000 euro naar 30.000 euro. Voor fiscale partners geldt een gezamenlijk heffingvrij vermogen van 60.000 euro, dit was 50.000 euro. Ook wordt meer rekening gehouden met de huidige lage spaarrente. De heffing in box 3 zal met ingang van komend jaar dichter aansluiten bij de gemiddelde werkelijke rendement. Voor het komende belastingjaar 2018 wordt daarbij uitgegaan van de gemiddelde spaarrente van juli 2016 t/m juni 2017.
Wet afschaffing van de btw-landbouwregeling
Voor landbouwers, veehouders, tuinbouwers en bosbouwers gaan met ingang van 1 januari 2018 de normale btw-regels gelden. Dat betekent dat zij een btw-administratie moeten gaan bijhouden en periodiek aangifte moeten gaan doen. Ook hebben zij straks recht op btw-aftrek. De maatregel is in september 2016 door het ministerie van Economische Zaken al aangekondigd, zodat de betrokken ondernemers zich hebben kunnen voorbereiden.
Pleegkind en ouder niet langer verplicht tot fiscaal partnerschap
Voor pleegkinderen en hun verzorgende ouders kan het financieel ongunstig zijn om elkaars fiscale partner te worden als het pleegkind 18 jaar oud wordt. In sommige gevallen krijgen ze hierdoor bijvoorbeeld minder toeslagen. Daarom kunnen pleegkinderen en hun verzorgende ouders vanaf 1 januari 2018 aan de Belastingdienst vragen om het fiscaal partnerschap te veranderen.
Ouderenkorting
De koopkracht van gepensioneerden wordt in 2018 versterkt door een verhoging van de ouderenkorting. Wie de AOW-leeftijd heeft bereikt, kan onder bepaalde voorwaarden in aanmerking komen voor de ouderenkorting, een korting bij de belastingaangifte. Het inkomen moet daarvoor onder een bepaalde grens liggen. In 2018 wordt het bedrag van de ouderenkorting na indexatie met € 115 verhoogd waardoor deze € 1.418 zal bedragen.
Toeslagen 10%-regeling
Als de ex-partner na het vertrek aanzienlijk meer gaat verdienen, kan dat nadelige gevolgen hebben voor de hoogte van de toeslagen. De Belastingdienst berekent het recht op toeslag namelijk aan de hand van beide jaarinkomens over een heel jaar. Ook als de partner halverwege het jaar vertrekt. Om die gevolgen te voorkomen, kan men vanaf 1 januari 2018 in bepaalde gevallen gebruik maken van de zogenoemde 10%-regeling. Om in aanmerking te komen voor deze regeling, moet het jaarinkomen van de ex-partner minimaal 10 procent hoger zijn geworden. Men kan bij de Belastingdienst een verzoek indienen om de regeling toe te passen.
Meer informatie: Volledig overzicht van de wijzigingen per 1 januari 2018
Geef een reactie