De fiscus kan stellen dat bepaalde activa bij staking van de onderneming zijn aangehouden in afwachting van een geschikte gelegenheid tot vervreemding. Die zaken blijven verplicht tot het ondernemingsvermogen behoren en bij verkoop moet de ondernemer over de behaalde boekwinst afrekenen. Dit kan zich bijvoorbeeld voordoen als een ondernemer zijn activa verkoopt als gevolg van een langlopende liquidatie.
Normaal gesproken wordt een zaak die tot het ondernemingsvermogen behoort bij staking van een onderneming overgebracht naar privé. De fiscus kan echter naar aanleiding van bepaalde handelingen van de ondernemer stellen dat bepaalde zaken worden aangehouden in afwachting van een geschikte gelegenheid tot vervreemding. Zo vond de rechter dat de fiscus de verkoopwinst op de bouwkavels van een agrariër tot de (stakings)winst uit onderneming kon rekenen. De kavels waren verkocht als gevolg van een langlopende liquidatie. De taxatieovereenkomst die de agrariër en de fiscus hadden gesloten in het kader van een eventuele staking en bepaling van de stakingswinst was daarbij doorslaggevend. Uit de overeenkomst was namelijk niet af te leiden dat alle activa en passiva, en dus ook de kavels, naar privé zouden worden overgebracht tegen de getaxeerde waarde. Ook wees de rechter op het gegeven dat de agrariër de kavels had verkregen in zijn hoedanigheid van ondernemer en dat in de overeenkomst met de gemeente was opgenomen dat hij zijn onderneming zou staken. Nergens uit bleek dat de ondernemer de bouwkavels voor privédoeleinden had willen gebruiken.
Meer informatie: Gerechtshof Amsterdam, 7 maart 2013 (gepubliceerd op 27 maart 2013), LJN: BZ5345
Geef een reactie