Stel dat een (middellijk) aandeelhouder een voordeel behaalt bij de verkoop van een pand en dat pand wordt vervolgens gehuurd door de bv waarin het belang wordt gehouden. De fiscus kan in dat geval stellen dat sprake is van een vergoeding voor medewerking bij de totstandkoming van het huurcontract.
Dit was het geval in een zaak voor Rechtbank Noord-Nederland. Het ging om een middellijk enig aandeelhouder van een bv die op eigen houtje op zoek ging naar kantoorruimtes die de bv kon huren. Zij bezocht op advies van een makelaar een pand dat te koop stond. Ze kocht dit pand op 1 december 2008. Twee weken later verkocht zij dit door aan een andere bv en behaalde daarbij een voordeel van € 70.000. De bv waarin de vrouw een aanmerkelijk belang hield, ging vervolgens een verdieping in dat pand huren. De inspecteur stelde dat het bedrag van € 70.000 een tegenprestatie was voor de medewerking die de vrouw had verleend bij de totstandkoming van het huurcontract. De rechter was het met de inspecteur eens dat de reden voor verstrekking van de vergoeding lag in het financiële belang dat de koper had bij het huurcontract, zeker nu het een langlopend contract van zeven jaar betrof. De vrouw had tijdens het proces van totstandkoming van het huurcontract gebruik gemaakt van haar bijzondere positie als directeur/aandeelhoudster van de potentiële huurder en de uit die positie voortvloeiende kennis voor eigen bate gebruikt. Volgens de rechtbank had de vrouw daarmee een dienst verricht in het economische verkeer. Verder oordeelde de rechtbank dat de vrouw het voordeel van € 70.000 beoogde en verwachtte. Uit de schriftelijke stukken volgde namelijk dat al vóór het verlenen van medewerking aan de totstandkoming van het huurcontract, afspraken waren gemaakt tussen de betrokken partijen over die vergoeding. Het voordeel was dan ook terecht belast als resultaat uit overige werkzaamheden.
Meer informatie: Rechtbank Noord-Nederland, 6 februari 2014 (gepubliceerd op 27 februari 2014), ECLI:NL:RBNNE:2014:696, AWB-12_826
Geef een reactie