Bij vervreemding van aandelen in een onroerendezaakrechtspersooon is overdrachtsbelasting verschuldigd. Naast het bezit van die onroerende zaken moet de rechtspersoon als doel hebben het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van onroerende zaken. Onlangs zijn op grond van een Wob-verzoek beleidsstukken gepubliceerd over die doeleis.
In de openbaar gemaakte stukken staat het beleid rondom de zogeheten doeleis van artikel 4 WBR centraal. Met name staat de situatie centraal waarbij een B.V. alleen de juridische eigendom van de onroerende zaken bezit en de economische eigendom (de econoom) en exploitatie bij een gelieerde B.V. zit. De kennisgroep overdrachtsbelasting van de Belastingdienst vindt dat een B.V. met alleen de juridische eigendom van de onroerende zaken voldoet aan de doel- en exploitatie-eis. Bij vervreemding van aandelen in zo'n B.V. is dus overdrachtsbelasting verschuldigd.
Wat is de invloed van het Datacenterarrest (ECLI:NL:HR:2014:2395) , de daarbij behorende conclusie van de Advocaat-Generaal (ECLI:NL:PHR:2014:410) en de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden van 27 januari 2015 (ECLI:NL:GHARL:2015:902)? De kennisgroep van de Belastingdienst is van mening dat ook na bovengenoemde conclusie en rechtspraak de Belastingdienst artikel 4 WBR gewoon kan blijven toepassen.
Meer informatie: Beslissing op Wob-verzoek van 27 augustus 2018
Geef een reactie