De staatssecretaris van Financiën heeft in zijn antwoord op Kamervragen ontkend dat het beleid ten aanzien van de belastingplicht voor waarborgfondsen is gewijzigd.
De Kamervragen werden gesteld naar aanleiding van de aanslagen vennootschapsbelasting die diverse waarborgfondsen dit jaar voor het eerst ontvingen. Zie ook ‘Fiscus stuurt waarborgfondsen aanslag Vpb’. De staatssecretaris benadrukt echter dat de Belastingdienst alleen meer aandacht besteedt aan de belastingplicht van verenigingen en stichtingen in het algemeen. Veel waarborgfondsen hebben de stichting als rechtsvorm. Omdat de stichting alleen belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting voor zover zij een onderneming drijft, controleert de fiscus in welke mate waarborgfondsen ondernemingen drijven. Deze beoordelingen vinden initieel en periodiek plaats. Hierdoor kan de datum, waarop de belastingplicht begint, verschillen per waarborgfonds. De Belastingdienst zal bij de controle echter geen gewijzigde standpunten innemen. Overigens verwacht de staatssecretaris dat waarborgfondsen ondanks de heffing van vennootschapsbelasting kunnen blijven optreden als borg voor de aangesloten deelnemers. Volgens hem zal de belastingplicht maar een marginale invloed hebben op het rentepercentage dat de aangesloten deelnemers moeten betalen. Dit zou te danken zijn aan de vangnetfunctie van het Rijk.
Wet: artikel 2, eerste lid, onderdeel d Vpb 1969
Meer informatie: ministerie van Financiën, 2 september 2013, DGB/2013/3991 U
Geef een reactie