Als de rechter in een strafzaak vindt dat het bewijsmateriaal onrechtmatig is verkregen, kan de belastingrechter nog wel toestaan dat de inspecteur dit bewijs gebruikt bij het opleggen van een aanslag. Dit blijkt uit de volgende uitspraak van Rechtbank Den Haag.
Deze uitspraak zag op een zaak die begon toen de Douane de opslagboxen van een opslagbedrijf onderzocht. De Douane ontdekte in een box dozen met administratie en meer dan € 200.000 aan contant geld. De huurder van de opslagbox verklaarde dit geld te hebben verdiend met het zwart leggen van houten vloeren. De FIOD-ECD begon een onderzoek en trof een hennepkwekerij aan in een andere bedrijfsruimte die de huurder gebruikte. De rechter sprak de man echter vrij in de daaropvolgende strafzaak, omdat de Douane de opslagruimte had geopend zonder dat de man daarvan wist. Daardoor had de Douane onrechtmatig bewijs verkregen. Het onderzoek van de FIOD-EDC was ook gestart op grond van dit onrechtmatige bewijs en daardoor evenmin rechtmatig.
Aanslag
Rechtbank Den Haag keurde wel goed dat de Belastingdienst het bewijsmateriaal gebruikte voor het opleggen van de aanslag inkomstenbelasting. De rechtbank verwees naar een andere zaak (Hoge Raad, 1 juli 1992, LJN: ZC5028). Hierin oordeelde de Hoge Raad dat de inspecteur bewijsmiddelen mocht gebruiken als hij deze ook had kunnen verkrijgen zonder de onrechtmatige handelingen van de vervolgende instanties. Op basis van de fiscale inlichtingenplicht had de huurder op verzoek de inspecteur informatie moeten geven over de administratie en de contanten in de opslagbox. Alleen als de inspecteur bewijsmiddelen verkrijgt op een manier die sterk indruist tegen wat men mag verwachten van een behoorlijk handelende overheid, mag hij deze bewijsmiddelen niet gebruiken. De rechtbank vond dat deze uitzondering hier niet gold.
Wet: artikel 47 AWR
Meer informatie: Rechtbank Den Haag, 22 mei 2012 (gepubliceerd 21 augustus 2012), LJN: BX4240
Geef een reactie