In de jaren 2008 tot en met 2012 heeft de Belastingdienst bij vele belastingplichtigen ten onrechte de inkomensafhankelijke combinatiekorting (iack) toegekend. Advocaat-generaal (A-G) IJzerman concludeert dat navordering van de iack niet is toegestaan als de inspecteur na de uitwerping van de aangifte bij de handmatige beoordeling heeft gemist dat ten onrechte de iack is toegekend.
In de desbetreffende zaak had een man in zijn gewijzigde aangifte inkomstenbelasting over 2010 aangegeven dat hij recht had op zelfstandigenaftrek. Het aangifteprogramma kruiste daardoor automatisch de iack aan. Het computersysteem van de fiscus wierp de gewijzigde aangifte uit omdat de man mogelijk ten onrechte ondernemingsfaciliteiten claimde. Naar aanleiding van het uitwerpen van de aangifte stelde de inspecteur de man enkele vragen over zijn onderneming. Bij het opleggen van de aanslag kende de fiscus de man niet de zelfstandigenaftrek toe, maar wel de iack. In 2014 ontdekte de Belastingdienst het probleem met de iack en wilde deze onder andere bij de man navorderen. Volgens de fiscus is navordering mogelijk omdat de iack als gevolg van een systeemfout is toegekend. De A-G stelt dat de rol van de systeemfout is geëindigd na de uitwerping van de aangifte. De inspecteur is toen overgegaan op handmatige controle. Als hij de aangifte zorgvuldig had gecontroleerd, had hij ontdekt dat de iack ten onrechte was toegekend. Daarmee heeft hij volgens de A-G een beoordelingsfout gemaakt die navordering in de weg staat.
Wet: art. 8.14a Wet IB 2001 en art. 16, tweede, lid AWR
Meer informatie: Parket bij de Hoge Raad 20 februari 2018 (gepubliceerd 9 maart 2018), ECLI:NL:PHR:2018:180
Geef een reactie