De Belastingdienst heeft de frauderisico-inschatting in tientallen gevallen gemaakt op basis van nationaliteit en uiterlijk. Dat blijkt uit onderzoek van advieskantoor PwC naar de Fraude Signaleringsvoorziening (FSV).
Staatssecretaris Van Rij meldt dat de onderzoekers voorbeelden aantroffen in communicatie binnen en met de Belastingdienst over de signalering van risico’s waarbij het risico op fraude werd gebaseerd op persoonskenmerken zoals nationaliteit en uiterlijk voorkomen. Dit keurt Van Rij ten strengste af.
In lijn met eerdere onderzoeken concludeert PwC dat het zeer aannemelijk is dat burgers zijn uitgesloten van minnelijke schuldsanering natuurlijke personen (MSNP), kwijtschelding van belastingschuld of een persoonlijke betalingsregeling voor een toeslagenschuld wanneer bij hun registratie in FSV het “1×1-vinkje” aanstond. Naar schatting 4% van de onderzoekspopulatie heeft een dergelijk verzoek gedaan. Het 1×1-vinkje duidde op mogelijke fraude, maar kon door de afdeling Invordering worden geïnterpreteerd als bewezen fraude.
Privacyschending
De onderzoekers concluderen dat de privacy van de in FSV geregistreerde burgers geschonden is. Zo werden registraties vrijwel nooit verwijderd en schat PwC dat bij een deel (11%) van de populatie bijzondere persoonsgegevens of informatie over nationaliteit vermeld staan. De verwerking van deze gegevens in FSV was onrechtmatig.
Gegevens gedeeld
Ook blijkt uit het onderzoek dat de gegevens vaak zijn gedeeld met overheidsinstanties, zoals het UWV, de SVB, gemeenten, de strafrechtketen en het ministerie van Justitie en Veiligheid. Waarom die informatie werd gedeeld, is niet onderzocht. De Belastingdienst onderzoekt nog of die gegevensdeling wettelijk mocht.
Op 3 december 2021 heeft de Kamer het eerste rapport ontvangen, waarin de effecten van registraties door Toeslagen zijn beschreven. Verder loopt momenteel één onderzoek naar de effecten van registraties door de directie MKB en één naar de gebruikte “query’s.aan de poort” –zoekopdrachten die tot opname in FSV konden leiden. Van Rij meldt dat hij de planning die eerder is afgegeven enigszins moet bijstellen. Hij verwacht het rapport voor het mkb eind februari, en dat voor query’s begin maart 2022 met de Kamer te kunnen delen. Van Rij zal in het eerste kwartaal van 2022 terugkomen op de uitwerking van een tegemoetkomingsregeling voor onterechte gevolgen van het gebruik van de FSV.
Geef een reactie