Belanghebbenden in een fiscale procedure kunnen niet zomaar eisen dat zij documenten mogen inzien die gerubriceerd zijn als staatsgeheim. Tenminste, als met het behoud van dit staatsgeheim de nationale veiligheid is gebaat.
Een bv vroeg bij de Douane een vergunning aan om één gunshot lokalisatie systeem uit te voeren. De afnemer wilde dit exemplaar hebben om te testen. Vervolgens zou de afnemer maximaal vijftien van deze producten afnemen. De Douane wees het verzoek om de vergunning af omdat de afnemer een commandogroep was. De Douane vreesde dat de commandogroep het product zou gebruiken bij een conflict. De bv gaat in bezwaar en beroep tegen de afwijzing. De minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking weigert drie documenten te overleggen aan de bv. Deze documenten zijn namelijk gerubriceerd als staatsgeheim.
Vertrouwelijke informatie
De Meervoudige Douanekamer vraagt aan Hof Amsterdam of de minister de documenten voor de bv geheim mag houden. Het hof constateert dat het hier gaat om korte berichten van (buitenlandse) inlichtingendiensten. Deze berichten wijzen de minister erop dat partijen vermeld op de Europese sanctielijst proberen bepaalde producten te verkrijgen. Daarbij gebruiken die partijen dekmantelconstructies. De berichten bevatten verder detailinformatie over bij de dekmantelconstructie betrokken bedrijven en personen. De berichtgeving van de buitenlandse inlichtingendiensten is naar zijn aard vertrouwelijk, zo meent het hof. Het bekendmaken van deze documenten kan inzicht geven in de wijze waarop inlichtingendiensten dit type informatie uitwisselen. In dit alles ziet het hof een voldoende algemeen belang dat zwaarder weegt dan het belang van onbeperkte kennisgeving voor de bv. De nationale veiligheid is ermee gemoeid. De geheimhouding is daarom gerechtvaardigd.
Wet: art. 8:29 Awb
Geef een reactie