Minister Veldkamp overlegt de Tweede Kamer ter stilzwijgende goedkeuring het op 12 oktober 2023 tot stand gekomen Belastingverdrag tussen Nederland en Andorra (Trb. 2023, 128).
Het Verdrag bevat de maatregelen waarvan in de BEPS-rapporten is geconcludeerd dat deze minimaal nodig zijn om verdragsmisbruik op een adequate manier te bestrijden en geschillenbeslechting te verbeteren (de zogenoemde ‘minimumstandaard’. Voorts is van belang dat, conform het Nederlandse verdragsbeleid, onder meer een volledige woonstaatheffing is overeengekomen voor dividend in deelnemingsverhoudingen (artikel 10, derde lid) en voor interest (artikel 11, eerste lid) en een volledige bronstaatheffing voor fiscaal gefacilieerd opgebouwde pensioenen (artikel 17, tweede lid).
Gelet op de door Nederland op 1 januari 2021 ingevoerde (conditionele) bronbelasting op rente- en royaltybetalingen naar laagbelastende rechtsgebieden en in misbruiksituaties, is op verzoek van Nederland een (wederkerig geformuleerde) bepaling opgenomen (artikel I, eerste lid, van het Protocol) waarmee Nederland als bronland de nationale heffingsrechten kan behouden (onder meer) indien in Andorra het tarief voor de vennootschapsbelasting daalt tot onder de 9% of indien Andorra een vrijstelling invoert voor uit het buitenland afkomstige inkomsten zoals interest en royalty’s.
Bron: Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Vorstendom Andorra tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen en het voorkomen van het ontduiken en ontwijken van belasting; Marrakesh, 12 oktober 2023, Ministerie van Buitenlandse Zaken, 1 oktober 2024
Geef een reactie