De schenkbelasting is opgesteld op de traditionele gezinssituatie. Zo betalen bijvoorbeeld kinderen door de hogere vrijstelling en lagere belastingtarief minder schenkbelasting dan andere begiftigden. Het is daarom belangrijk om te weten wie door de fiscus als kinderen worden gezien.
Kinderen
Een kind dat een schenking krijgt van zijn ouders betaalt in beginsel pas schenkbelasting als de schenking € 5.304 of meer is. Dit is de jaarlijkse schenkingsvrijstelling. Andere begiftigden betalen in 2016 al schenkbelasting bij een schenking van € 2.122.
De begiftigde is een kind voor de schenkbelasting als:
- hij of zij een geadopteerd kind is van de schenker;
- hij of zij door de schenker als kind is erkend;
- hij of zij een kind is van de partner van de schenker (stiefkind);
- de partner een kind is van de schenker (schoonkind).
Stiefkinderen en pleegkinderen
Stiefkinderen worden voor toepassing van de Successiewet gelijkgesteld met eigen kinderen. Dit geldt ook voor kinderen van een samenwoningspartner (quasi-stiefkinderen). Ook pleegkinderen worden fiscaal als eigen kinderen behandeld. Het pleegkind moet dan wel gedurende ten minste vijf jaren (totdat de leeftijd van 21 jaar is bereikt of het tijdstip voor die leeftijd waarop het kind in het huwelijk is getreden) als een eigen kind zijn onderhouden en opgevoed door de pleegouder.
Schoonkinderen
Naast stiefkinderen en pleegkinderen worden ook schoonkinderen gezien als kinderen. Hierbij geldt dat sprake moet zijn van aanverwantschap. Aanverwantschap ontstaat bij het aangaan van een huwelijk (of geregistreerd partnerschap) tussen de ene echtgenoot en de bloedverwanten van de andere echtgenoot (zwagers, schoonzussen). Deze regeling geldt ook voor ongehuwd samenwonenden die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- ze zijn allebei meerderjarig;
- ze staan allebei minimaal twee jaar ingeschreven op hetzelfde woonadres in de gemeentelijke basisadministratie;
- ze hebben volgens een notarieel samenlevingscontract een wederzijdse zorgverplichting (of ze staan allebei minimaal vijf jaar op hetzelfde adres ingeschreven):
- ze zijn geen bloedverwanten in de rechte lijn; en
- ze voldoen niet met een ander aan de in de hierboven genoemde voorwaarden.
Ongehuwde samenwonenden zijn alleen onder deze voorwaarden aan te merken als partners voor de schenkbelasting.
Partners
Houd er wel rekening mee dat partners voor de berekening van de schenkbelasting worden gezien als één persoon. Schenkingen aan bijvoorbeeld een schoonzoon worden dus opgeteld bij die aan de dochter. Een ouder die gebruik wil maken van de jaarlijkse vrijstelling van maximaal € 5.304, moet dan een schenking aan zijn dochter in dat jaar even laten zitten. En aangezien de schenkers ook worden gezien als één persoon kan de andere ouder niet in datzelfde jaar hetzelfde bedrag belastingvrij schenken aan haar dochter, ook niet als de ouders gescheiden zijn.
Echtscheiding en overlijden
Als het huwelijk wordt ontbonden door overlijden blijft sprake van gelijkstelling. Maar bij echtscheiding herleeft de oorspronkelijke verwantschap.
Voorbeeld 1
Frank is getrouwd met Lilian. Lilian overlijdt in maart. In juni krijgt Frank een schenking van
€ 125.000 van zijn schoonouders. Het 10%-tarief is van toepassing.
Voorbeeld 2
Chloe is getrouwd met Martin. Ze krijgt in januari een schenking van € 150.000 van haar schoonouders. Chloe en Martin gaan in juli uit elkaar. Omdat het huwelijk door echtscheiding is beëindigd, is Martin voor de schenkbelasting vanaf dat moment geen aanverwant meer. Hij valt dan in de tariefgroep overig. Het tarief van 40% is dan van toepassing.
Meer informatie over voordelig schenken aan kinderen vindt u in de Toolkit Schenken aan kinderen. Ouders kunnen hun kinderen uitkaard ook financieel ondersteunen door hen geld te lenen voor bijvoorbeeld de aankoop van een woning. U leest meer hierover in de Toolkit Familielening.
Geef een reactie