Voor goud waarmee wordt gehandeld uit beleggingsoogpunt, geldt een btw-vrijstelling. Voor ander goud geldt deze vrijstelling niet. Bovendien geldt de vrijstelling ook niet voor beleggingszilver. Hoe luidt de btw-vrijstelling voor beleggingsgoud?
Investeren in goud is vrij eenvoudig. Bovendien geldt bij beleggingen in goud een btw-voordeel. Normaal is de aankoop van goud belast met 21%, maar als het als belegging wordt aangekocht is het vrijgesteld van btw. Welke voorwaarden gelden voor beleggingsgoud? Laten we eerst op een rij zetten wat onder beleggingsgoud valt. Dit is:
- goud in de vorm van staven of plaatjes met een door de goudmarkten aanvaard gewicht, met een zuiverheid van ten minste 995/1.000. Effecten die goud vertegenwoordigen gelden ook als beleggingsgoud.
- Gouden munten die voldoen aan de volgende voorwaarden:
- ze hebben een zuiverheid van ten minste 900/1.000;
- ze zijn geslagen na 1800;
- ze zijn in het land van oorsprong een wettig betaalmiddel of zijn dat geweest;
- ze worden normaal gesproken verkocht voor een prijs die de marktwaarde van het goud dat in die munten is verwerkt niet overschrijdt met meer dan 80%.
Vrijstelling
Beleggingsgoud is vrijgesteld van btw. De vrijstelling van btw houdt aan de andere kant in dat de handelaar in beleggingsgoud geen recht heeft op aftrek van voorbelasting. De vrijstelling geldt voor de levering, de intracommunautaire verwerving en de invoer van beleggingsgoud, voor rechten op beleggingsgoud (zoals certificaten) en voor de diensten van de tussenpersonen. Een ondernemer die beleggingsgoud produceert of goud omzet in beleggingsgoud kan ervoor kiezen om de btw-vrijstelling niet van toepassing te laten zijn. Zijn leveringen zijn dan wel belast met btw. Hij heeft in dat geval volledig recht op aftrek van voorbelasting. Deze keuzeregeling geldt ook voor de ondernemer die normaliter goud levert voor industriële doeleinden.
Administratie
De ondernemer die in beleggingsgoud handelt, is wettelijk verplicht om alle transacties in beleggingsgoud boven de € 10.000 apart bij te houden. Daarbij moet hij ook de documenten bewaren waaruit de identiteit van de klant blijkt. Dit geldt zowel voor btw-belaste als onbelaste leveringen.
Rechtspraak
Onlangs verklaarde de Hoge Raad het beroep in cassatie van drie goudbeleggers zonder nadere motivering ongegrond verklaard (art. 81 RO). Het ging om drie mannen die per 1 januari 2011 als belegging een aantal kilo’s zilver en goud bezaten. In 2011 verkochten zij een deel daarvan en kochten zij ook goud of zilver in. De mannen meenden dat zij ondernemer waren voor de btw in het kader van de bijzondere regeling voor beleggingsgoud en vroegen btw terug. De inspecteur weigerde de teruggaven en ook bij Hof Amsterdam kregen zij nul op het rekest. De activiteiten waren beperkt tot het kopen van edelmetalen om dit op den duur onder gunstige omstandigheden te verkopen. Dit was te weinig voor btw-ondernemerschap. Het hof oordeelde ook dat de regeling voor beleggingsgoud niet zover gaat dat deze ook voor (beleggings)zilver geldt. Het verzoek om btw-teruggaaf was dus terecht afgewezen.
Wet: artikel 28 j tot en met 28p Wet OB
Meer informatie: Hoge Raad, 23 januari 2015, nr. ECLI:NL:HR:2015:102
Geef een reactie