De staatssecretaris van Financien deelt naar aanleiding van een Wob-verzoek het interne beleid met betrekking tot een verzoek om termijnverlenging bij de toepassing artikel 4.12a Wet IB 2001.
Als vererving van ab-aandelen leidt tot inkomen uit ab bij de erflater, biedt artikel 4.12a, Wet IB 2001, onder voorwaarden de mogelijkheid aan de verkrijgers van deze aandelen om onbelast dividend uit te keren. Één van de voorwaarden ziet op het binnen 24 maanden na het overlijden van erflater uitkeren van dividend.
Aan de kennisgroep Aanmerkelijk belang worden door inspecteurs regelmatig verzoeken om termijnverlenging voor toepassing van artikel 4.12a Wet IB 2001 voorgelegd. Het gaat met name om situaties waarbij sprake is van bijzondere omstandigheden waardoor een termijn van 24 maanden niet voldoende is voor het definitief verdelen van een nalatenschap of dat een verschil van mening is ontstaan met de inspecteur over de toepassing van de faciliteit van artikel 4.17a van de Wet IB 2001 (ondernemingsvermogen versus beleggingsvermogen), wat mogelijk kan uitlopen tot een lange gerechtelijke procedure.
Er is besloten om géén verlenging van de wettelijke termijn toe te staan. Dit om de volgende redenen:
- het is geen vanzelfsprekendheid dat gebruik wordt gemaakt van deze faciliteit, de faciliteit is op verzoek toepasselijk;
- aan de faciliteit worden eisen gesteld; de voorwaarden waaraan moet worden voldaan, waaronder de dividenduitkering binnen 24 maanden na het overlijden van de erflater, zijn duidelijk en ondubbelzinnig opgenomen in de wet;
- men heeft het zelf in de hand om binnen de 2 jaarstermijn een dividend uit te keren, gebaseerd op een, eventueel met behulp van een deskundige al dan niet in vooroverleg met de inspecteur, objectieve – voorlopige – inschatting of sprake is van beleggings- of ondernemingsvermogen;
- de faciliteit ziet op het kort na overlijden uitkeren van dividend. 24 maanden geeft invulling aan de term ‘kort’;
- tenslotte wordt wellicht ook niet voldaan aan een andere toepasselijke voorwaarde, te weten het tijdig indienen van een verzoek om toepassing van artikel 4.12a.
Geef een reactie