De Europese Commissie gaat onderzoeken of de bestaande vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Belgische en Franse havens in overeenstemming is met Europese staatssteunregels. Dat maakte EU-commissaris Margrethe Vestager op 8 juli jl. in Brussel bekend.
Een vrijstelling van vennootschapsbelasting voor havens die winst maken met hun economische activiteiten, verschaft hun een selectief voordeel ten opzichte van hun concurrenten in andere lidstaten en komt dus neer op staatssteun in de zin van de EU-regels, aldus Vestager.
In januari dit jaar heeft de Commissie Nederland al verplicht de vrijstelling van vennootschapsbelasting voor Nederlandse zeehavens af te schaffen. De Commissie verzocht ook België en Frankrijk de belastingvrijstelling te schrappen, maar de twee landen weigerden. Daarom wordt nu een ‘grondig onderzoek’ geopend, waarmee beide lidstaten en belanghebbende derden, zoals concurrenten of begunstigden, de kans krijgen opmerkingen te maken over de beoordeling van de belastingvrijstellingen op staatssteun, met name ten aanzien van de beoordeling van de economische aard van de activiteiten van havens en de gevolgen voor de concurrentie en het handelsverkeer.
Bestaande steun
Aangezien zowel de Belgische als de Franse maatregelen reeds bestonden vóór de oprichting van de EU in 1958 wordt de steun beschouwd als ‘bestaande steun’. Dit betekent dat de Commissie niet van België en Frankrijk kan verlangen steun die in het verleden is verleend, of steun die is verleend tot het tijdstip waarop de Commissie een definitief besluit heeft vastgesteld, terug te vorderen. Ook Nederland hoeft de bestaande steun niet terug te betalen.
Meer informatie: Europese Commissie, 8 juli 2016
Geef een reactie