De staatssecretaris van Financiën heeft toch besloten de terugwerkende kracht van het wetsvoorstel Wet compartimenteringsreserve te beperken. Dit blijkt uit de Nota naar aanleiding van verslag die hij heeft gestuurd naar de Eerste Kamer.
Een aantal Kamerleden hebben de staatssecretaris gevraagd toe te zeggen dat het wetsvoorstel Wet compartimenteringsreserve niet van toepassing is op realisaties van een belang voor zover zich voor dat belang vóór 1 januari 2007 (inwerkingtreding van de Wet werken aan winst) een sfeerovergang als gevolg van wetswijziging heeft voorgedaan. De staatssecretaris liet toen weten dat de gevraagde beperking van de reikwijdte van het wetsvoorstel ertoe zou kunnen leiden dat belastingplichtigen die voordeel hebben bij regelcompartimentering, dit voordeel zou moeten worden ontnomen. Vervolgens gaven de Kamerleden aan dat zij het kabinet enkel verzoeken om een toezegging te doen die zich beperkt tot die gevallen waarbij de gevraagde beperking in het voordeel van belastingplichtige is. Deze verduidelijking van de Kamerleden heeft de staatssecretaris doen besluiten om alsnog een toezegging te doen. Een wetswijziging is echter niet nodig. Volgens de staatssecretaris kunnen belastingplichtigen die voordeel hebben bij het arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2013, zich daarop beroepen, onder de volgende voorwaarde. Er moet sprake zijn van een realisatie van een belang en er moet zich voor dat belang vóór 1 januari 2007 een sfeerovergang hebben voorgedaan als gevolg van een wetswijziging. Voor de realisatie van een belang waarvoor zich op of na 1 januari 2007 een sfeerovergang als gevolg van een wetswijziging heeft voorgedaan, geldt de compartimentering zoals in dit wetsvoorstel is aangegeven.
Meer informatie: ministerie van Financiën, 2 april 2015, Nota naar aanleiding van verslag compartimenteringsreserve, dossier 33713
Geef een reactie