De belastingbetalers die in beroep zijn gegaan tegen de vermogensrendementsheffing hebben kleine kans dat zij in het gelijk worden gesteld. Tijdens de gesloten rechtszitting lieten de rechters door middel van hun vragen doorschemeren nauw aan te sluiten bij het oordeel van de Hoge Raad.
In juni dit jaar oordeelde de Hoge Raad dat de box 3-heffing niet in strijd is met artikel 1 Eerste Protocol EVRM. Deze uitspraak betrof belastingaanslagen omtrent rendementsheffingen op vastgoed. In het proefproces dat de Bond voor Belastingbetalers is gestart, gaat het over de box 3-heffing op spaartegoeden. De zes belastingbetalers die in beroep zijn gegaan, hebben volgens de Bond na de heffing en rekening houdend met inflatie in 2014 allemaal vermogen moeten inleveren. Dit zou in strijd zijn met de Europese bescherming van het eigendomsrecht.
Reactie Cor Overduin
Taxence vroeg reactie aan Cor Overduin, fiscalist bij Grant Thornton die de beroepsprocedure voert. Volgens hem grepen de rechters tijdens de laatste zitting in hun vragen terug op eerdere arresten van de Hoge Raad. Dit lijkt op voorhand geen goed teken voor de belastingbetalers, aldus Overduin.
Verder is volgens Overduin van belang dat in deze kwestie een aantal basisprincipes ogenschijnlijk onvoldoende worden betrokken in de beoordeling. Het gaat qua principes erom dat:
-
Bij een belastingdruk van 96% er Europeesrechtelijk gezien geen sprake is van het vereiste “decent profit”. De overheid belast te zwaar waardoor het eigendomsrecht op regelniveau wordt aangetast door het box 3 systeem.
-
De wetgever destijds heeft gesteld dat ieder jaar in, jaar uit ten minste 4% rendement kan maken in termen van rendement na correctie voor inflatie. Dat was misschien eind vorige eeuw feitelijk het geval maar sinds 2001 is er geen enkel jaar geweest dat een reëel rendement (dus met inachtneming van inflatie) behaald kon worden van 4% of meer. Ook de Commissie Van Dijkhuizen heeft hierover in diens rapport de nodige kritische opmerkingen geplaatst.
-
De wetgever destijds uitdrukkelijk aan die 4%-norm heeft gekoppeld dat deze zonder (enig) risico behaald hoort te worden. Iedereen lijkt dat te vergeten.
Volgens Overduin is een scenario waarbij het verlossende woord niet uit Den Haag maar uit Straatsburg moet komen, zeker realistisch.
Geef een reactie