De staatssecretaris van Financiën heeft een beleidsbesluit over de toepassing van de antiwinstdrainagemaatregel geactualiseerd.
Het nieuw besluit vermeldt nu dat de aftrek van rente in het kader van de antiwinstdrainagemaatregel niet met een beroep op fraus legis is te weigeren als een geslaagd beroep is gedaan op de zogenoemde dubbele zakelijkheidstoets. In sommige gevallen is de rente echter niet aftrekbaar zijn op grond van het leerstuk van fraus legis ten aanzien van de Wet Vpb 1969 als geheel.
Goedkeuring bij gedeeltelijk effectief belaste rentebaten
De renteaftrekbeperking op basis van de antiwinstdrainagemaatregel kan achterwege blijven als tegenover de renteaftrek een compenserende heffing over de renteontvangst staat. Volgens de wettekst is er geen compenserende heffing als de rentebaten bij de ontvanger slechts voor een deel effectief (direct of indirect) onderworpen zijn aan een belasting naar de winst. In het geactualiseerde besluit keurt de staatssecretaris van Financiën goed dat de renteaftrekbeperking toch buiten toepassing blijft, mits:
- het verbonden lichaam waarin een kapitaalstorting heeft plaatsgevonden of het verworven of uitgebreide belang is verkocht;
- de verkopende verkoper door de aanwending van de verkoopopbrengst baten behaalt die belast zijn in Nederland; en
- de belastingplichtige aannemelijk maakt dat aan de desbetreffende financieringsschuld in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag hebben gelegen.
Inwerkingtreding
Het geactualiseerde besluit is ingegaan op 15 juni 2024.
Geef een reactie