De staatssecretaris heeft het Besluit fiscaal bestuursrecht van 7 januari 2015 (BLKB2015/62) gewijzigd. Het nieuwe besluit bevat enkele goedkeuringen met toepassing van de zogenoemde hardheidsclausule (zie art. 63 AWR).
De volgende punten zijn toegevoegd:
• Paragraaf 13 omschrijft welke belastingplichtigen door de Belastingdienst worden uitgenodigd tot het doen van aangifte.
• Paragraaf 19 ziet op de mogelijkheid belastingrente in bepaalde situaties te beperken als na aangifte erfbelasting de WOZ-waarde van een onroerende zaak die tot de nalatenschap behoort, wordt bijgesteld.
• Paragraaf 24 beschrijft de wijze waarop de Belastingdienst kan aantonen dat bepaalde documenten verzonden zijn.
• In Paragraaf 25, onderdeel 11, is sub a toegevoegd: bezwaar- en proceskostenvergoeding.
De volgende punten zijn aangepast:
• In Paragraaf 3 inzake vooroverleg en Paragraaf 4 inzake fiscale grensverkenning is verduidelijkt welke situaties kunnen leiden tot vooroverleg met de Belastingdienst.
• In Paragraaf 6 inzake elektronisch berichtenverkeer is de werkwijze van de Belastingdienst bij grote hoeveelheden e-mailberichten verduidelijkt. Deze paragraaf is niet van toepassing op berichtenverkeer dat valt onder toepassing van de Wet elektronisch berichtenverkeer Belastingdienst en de daarmee samenhangende regelingen.
• In Paragraaf 10, onderdeel 6 is de passage over welke gegevens niet leiden tot uitstel van een beslissing verduidelijkt.
• In Paragraaf 23, onderdeel 9 is het begin van de termijn bij ambtshalve vermindering of teruggaaf in de tekst redactioneel verduidelijkt. Daarnaast is in onderdeel 13 benadrukt welke rechtsregels van toepassing zijn op het moment dat een verzoek om ambtshalve teruggaaf of vermindering wordt gedaan. In onderdeel 16 is ‘belastingplichtige’ gewijzigd in ‘belanghebbende’ omdat ook bij een eenzijdige correctie tot overleg kan worden overgegaan.
Meer informatie: Besluit van 15 februari 2016, nr. BLKB 2016/19
Geef een reactie