Er is een gewijzigd besluit gepubliceerd waar vooruitlopend op een mogelijke wetswijziging wordt goedgekeurd dat bepaalde personen niet langer als derden zijn aan te merken als zij aansluitend op of gedurende de uitzending in de woning van de belastingplichtige (gaan) wonen.
In de loop van de tijd is het besef gegroeid dat het niet (langer) kunnen toepassen van de uitzendregeling bij het in de woning (gaan) wonen van de in het besluit genoemde personen te streng uitpakt. In het najaar van 2020 is daarom gestart met een verkenning om het begrip derden te gaan versoepelen. Op 23 oktober 2020 wees de Hoge Raad echter ook een arrest waarbij de beperkte uitleg van het begrip derden is bevestigd (ECLI:NL:HR:2020:1667). Omdat op dat moment al was gestart met een verkenning om het begrip derden te gaan versoepelen, is aan de goedkeuring terugwerkende kracht gegeven tot en met de datum van het arrest van de Hoge Raad.
Vermindering belastingaanslagen
Dit betekent dat de goedkeuring kan worden toegepast als de belastingaanslag over het jaar waarin het ter beschikking stellen van de woning is aangevangen op 23 oktober 2020 nog niet onherroepelijk vaststond. Vervolgens werkt de goedkeuring door naar de daaropvolgende belastingjaren. Het maakt hierbij dan niet uit of de belastingaanslagen over deze daaropvolgende belastingjaren inmiddels onherroepelijk vaststaan, tenzij in een later belastingjaar een persoon in de woning is komen wonen die zonder deze goedkeuring als derde wordt aangemerkt. Als de belastingaanslagen over deze daaropvolgende belastingjaren inmiddels onherroepelijk vaststaan, kunnen deze belastingaanslagen worden verminderd als het verzoek om ambtshalve vermindering is gedaan binnen de termijn.
Als de belastingaanslag van het jaar waarin het ter beschikking stellen van de woning is aangevangen op 23 oktober 2020 al wel onherroepelijk vaststond en de woning is als gevolg daarvan naar box 3 verhuisd, blijft dat zo. De woning kan voor de belastingplichtige pas weer onder de eigenwoningregeling vallen, als de woning voor de belastingplichtige weer anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat. In dit geval kan de belastingaanslag over dat jaar en over daaropvolgende belastingjaren dus niet ambtshalve worden verminderd.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 9 november 2022 en werkt terug tot en met 23 oktober 2020.
Bron: Besluit van 31 oktober 2022, Ministerie van Financien, Stcrt. 2022, 29692
Geef een reactie