De minister van Financiën heeft een besluit gepubliceerd met overgangsrecht voor bepaalde situaties waarbij door de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling niet voldaan kan worden aan de bezitseis of het voortzettingsvereiste van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956.
De Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling kan gevolgen hebben voor de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet 1956, als hierdoor niet voldaan wordt aan de bezitseis (artikel 35d van de Successiewet 1956) of het voortzettingsvereiste (artikel 35e van de Successiewet 1956). Hiervoor is geen overgangsrecht getroffen, omdat een fonds voor gemene rekening zelf geen onderneming kan drijven. Bij de totstandkoming van deze wet is echter geen rekening gehouden met de situatie dat een fonds voor gemene rekening wel een belang kan hebben in een lichaam dat een onderneming drijft. Hierdoor kan het fonds voor gemene rekening door de toerekening van de bezittingen en schulden in dat lichaam aan het fonds indirect een onderneming drijven (artikel 35c, vijfde lid, van de Successiewet 1956).
Dit besluit bevat goedkeuringen voor de situatie dat er voorafgaand aan het tijdstip dat een fonds voor gemene rekening als gevolg van de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling niet meer onderworpen is aan de vennootschapsbelasting een aandelenfusie als bedoeld in artikel VI, tweede lid, van die wet plaatsvindt. De goedkeuringen sluiten aan bij het overgangsrecht voor de Successiewet 1956 dat is opgenomen in artikel XII van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen.
Mocht in situaties waarbij een zodanige aandelenfusie niet heeft plaatsgevonden, de inwerkingtreding van de Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstelling ertoe leiden dat de deelgerechtigde niet voldoet aan de bezitseis of het voortzettingsvereiste, dan is de minister bereid om in dergelijke gevallen te bezien of een goedkeuring kan worden verleend.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 16 november 2024.
Bron: Besluit van 6 november 2024, nr. 2024-28660, Ministerie van Financiën, Stcrt. 2024, 36889
Geef een reactie